Het varken

Het wilde varken is een vlug en behendig beest met een topsnelheid van 65 kilometer per uur. Varkens hebben een uitstekend gehoor en reukvermogen. Met hun gevoelige neus kunnen ze net zo goed voelen als wij met onze handen en zelfs beter ruiken dan honden. Hun gezichtsvermogen is wat minder goed ontwikkeld: varkens zijn sterk bijziend. Bij het zoeken naar voedsel en in de onderlinge communicatie vertrouwen de varkens op hun reuk, tast en gehoor. 

Op ons YouTube-kanaal zie je een serie video's met varkensweetjes

Wat eten varkens?

Wilde varkens eten echt van alles. Met hun neus spitten ze in de grond op zoek naar wortels, knollen en insecten. Ook jagen ze op kleine dieren en zijn ze dol op fruit. Per dag zijn varkens wel zeven uur bezig met het zoeken naar voedsel.

Hoe leven varkens?

Varkens leven in water- en bosrijke gebieden. Ze vinden het heerlijk om samen te zwemmen of een modderbad te nemen. Varkens communiceren met elkaar door middel van zo’n twintig verschillende geluiden en via hun krulstaart.

Familiebeestje

Een varken is een echt familiedier. De moeders (zeugen) en de biggen trekken samen op. Als het koud is slapen ze dicht op elkaar, als lepels in een bestekbak. En als ze ‘s nachts hun behoefte moeten doen, verlaten ze hun warme nestje om een afgelegen plek te zoeken. De mannetjes (beren) leven vaak solitair. 

Als een zeug hoogzwanger is wil ze maar één ding: een veilig en warm nest bouwen voor haar biggetjes. Ze graaft een kuil die ze bedekt met takken en bladeren. Na de geboorte vechten de biggetjes om de beste tepel. Na een korte periode van strijd heeft iedere big een vaste tepel. De biggetjes zijn speels, schrander en vermaken zich prima. Ze rennen rond, springen met vier poten in de lucht, duwen elkaar om en houden van een partijtje worstelen. Dankzij moeders intensieve training zijn de biggetjes al na een week zindelijk.

In de vee-industrie

In Nederland houden we ieder jaar zo’n vijfentwintig miljoen varkens. Ze zitten opgesloten in donkere stallen. Gras zien ze nooit, ze hebben geen ruimte om lekker te ravotten en geen frisse lucht om in te ademen. Veel varkens zijn dan ook ziek. Ze hebben maagafwijkingen (meer dan 60 procent) door stress en slechte voeding, vergroeiingen omdat ze zo snel groeien (meer dan 70 procent) en ontstoken ogen en longen (minder dan 30 procent) door de vieze stallucht. Veel varkens zitten vol met krassen en verwondingen, want door stress en verveling gaan ze met elkaar vechten of in elkaars staart bijten. Staartjes worden daarom preventief afgebrand.

De geboorte

Biggetjes worden geboren op een betonnen of kunststof rooster. Vrijwel direct na de geboorte worden hun staartjes eraf gebrand. Ook krijgen de biggetjes vaccinaties tegen diverse ziektes, want door de slechte leefomstandigheden zijn veel biggetjes zwak.

Eerste levensweken

Samen met hun moeder leven de biggetjes de eerste drie weken in een kraamstal. In deze stal staat de moederzeug vast tussen stalen stangen. Ze kan zich niet omdraaien, heeft geen stro om een nest mee te maken en geen ruimte om haar biggetjes te verzorgen. 

Weg bij moeder

Drie weken na de geboorte worden biggetjes bij hun moeder weggehaald en in een apart hok gezet. Hier worden ze vetgemest, totdat ze dik genoeg zijn voor de slacht. Eigenlijk zijn de biggetjes nog veel te jong om het zonder hun moeder te redden. Ze krijgen last van hun darmpjes (diarree) en hebben weinig weerstand. Veel biggetjes sterven.

Een erbarmelijk bestaan

De rest van hun leven brengen de varkens door in een klein hok, zonder moeder, stro en frisse lucht. Er is alleen een ketting of harde bal om mee te spelen. De zwakke en zieke varkens hebben het nog het zwaarst te verduren. Zij kunnen zich niet verstoppen of beschermen tegen de sterkere varkens.

Het transport

Na zes maanden worden varkens geslacht. Zo'n 80 procent gaat naar een Nederlandse slachterij. De overige 20 procent wordt geslacht in het buitenland, voornamelijk Duitsland. Transporten zijn zeer stressvol: er is amper ruimte, vaak geen water en er wordt veel gevochten.

De slacht

Voor het slachten worden de varkens ‘verdoofd’. In Europa gebeurt dit vaak met gas: met een lift worden de varkens naar een gaskamer gebracht met hoge concentraties CO2. Na dertig seconden ademnood en doodsangst raken de varkens bewusteloos. Hierna worden de halsslagaders doorgesneden en bloeden de varkens dood.