Varkens leven in de vee-industrie in donkere, betonnen hokken. Er is voor de dieren weinig tot niets te doen: er is geen stro, ze kunnen niet naar buiten kijken en er is amper ruimte. Dat is de trieste werkelijkheid van een varkensstal: hokken vol nieuwsgierige dieren die zich te pletter vervelen.
Frustratie
Varkens in de stal zijn het grootste deel van hun tijd bezig met rusten of nietsdoen. Ze leven een zeer eentonig bestaan, van hopeloos wachten op afleiding. Door de verveling raken varkens gefrustreerd. Ze uiten dit door obsessief op van alles te gaan kauwen. Ze bijten eindeloos op de randen van de voerbak of gaan tandenknarsen.
Ook reageren de varkens hun frustratie uit wanhoop op elkaar af. Ze lokken gevechten uit met hokgenoten of bijten in elkaars staart en oren. Dit allemaal omdat varkens in de stal geen enkele kans krijgen om hun natuurlijke gedrag te laten zien.
Varkens willen wroeten
Varkens zijn van nature sociaal, slim en enorm nieuwsgierig. Hun favoriete bezigheid is het verkennen van hun omgeving door te wroeten en te grazen. Als ze de kans krijgen zijn ze het grootste deel van de dag bezig met het zoeken naar lekkere hapjes, zo’n zes tot zeven uur per dag. Hiervoor hebben ze wel de juiste omgeving nodig. Het liefst een bos of veld, maar er zijn ook manieren om varkens in de stal een beter leven te geven. Met een uitloop naar buiten, stro in het hok en meer ruimte, hoeven varkens zich niet constant te vervelen.