Misstand #2

Het gedrag van een productievarken lijkt nog steeds sterk op dat van zijn wilde voorouder. Net als een wild zwijn heeft het productievarken een sterke behoefte om te wroeten en te onderzoeken, zelfs wanneer het onbeperkt voer krijgt (Werkgroep Krulstaart 2013). Om in deze behoefte te voorzien (en te voorkomen dat varkens elkaar uit verveling gaan bijten) is de varkenshouder verplicht om zijn varkens afleidingsmateriaal te geven. In de meeste varkensstallen hangt daarom een ketting met daaraan soms een hard balletje of stuk plastic. In wetenschappelijk onderzoek komen stro, turf en compost naar voren als beste afleidingsmaterialen voor varkens omdat ze tegemoet komen aan de drang om te wroeten en te verkennen. De ketting (met bal) daarentegen scoort het slechtst. Het ontbreken van (geschikt) afleidingsmateriaal is in strijd met de Wet dieren.
Afwijkend gedrag
Bij gebrek aan geschikt afleidingsmateriaal in de stal ontstaat afwijkend gedrag, zoals staart-, oor- en stangbijten. Daarnaast is er meer onrust en agressie in de stal wat leidt tot meer schrammen en verwondingen. Ook reageren varkens, die geen of ongeschikt afleidingsmateriaal krijgen, pessimistischer op bepaalde prikkels en spelen ze minder. Biggen die al op jonge leeftijd mogen verkennen en wroeten, ontwikkelen zich bovendien beter, zowel gedragsmatig als fysiologisch. Zo hebben ze een normaler cortisolritme (stresshormoon) en is er minder agressie onderling, ook op latere leeftijd.