Het fokken op een groot aantal biggen per worp en de grote opname van melk door de biggen, legt een groot beslag op de energiereserves van de zeug. Vervolgens wordt de zeug zo snel mogelijk nadat de biggen zijn gespeend, opnieuw bevrucht. Door uitputting van de energiereserves is er geregeld sprake van vruchtbaarheidsproblemen. Een zeug wordt op die manier vatbaarder voor ziektes, en kan zelfs sterven. Om de zeug toch zwanger te maken worden geregeld gonadotropehormonen toegediend. Wanneer de zeug desondanks niet vruchtbaar blijkt, wordt zij voortijdig naar de slacht gestuurd.