Dagelijks maakt de beer één- tot tweemaal een ronde langs de rijen met zeugen. Zo kan de veehouder precies zien welke zeugen berig zijn. Zeugen die berig zijn, zullen namelijk een sta-reflex tonen zodra zij de beer zien. In de meeste gevallen mag de zoekbeer slechts kijken en niet dekken. Onder natuurlijke omstandigheden zal de beer zachtjes met zijn neus in de flanken van de zeug porren. Wanneer de zeug een sta-reflex toont mag hij haar dekken. In de vee-industrie staan de zeugen vast tussen ijzeren stangen, in zogenaamde dekboxen. Hierdoor kunnen de beer en de zeug elkaar alleen besnuffelen, maar dus geen goed contact maken. Slechts zelden mag de beer de zeug ook daadwerkelijk dekken. Dit komt bijvoorbeeld wel eens voor als de veehouder een tekort heeft aan sperma, of wanneer de beer zijn motivatie verloren is. Vanzelfsprekend zorgt het niet-kunnen-dekken voor veel frustratie bij de beer en zeugen.