Zoekberen krijgen hetzelfde geconcentreerde voer als vleesvarkens of zeugen. Dit voer is vezelarm, zeer makkelijk verteerbaar en bevat geen ruwvoer zoals gras, kuil of stro. Hierdoor heeft de maag – dat wil zeggen het maagzuur – zeer weinig te doen en kunnen de varkens last krijgen van chronische maagaandoeningen zoals maagzweren. Uit onderzoek van de Gezondheidsdienst voor Dieren blijkt dat wel 74% van de zeugen en 58% van de vleesvarkens hier last van heeft. Naar maagzweren bij beren is geen onderzoek gedaan, waarschijnlijk omdat het een kleine groep is. Maar het is aannemelijk dat bij beren dezelfde problemen spelen als bij vleesvarkens en zeugen, omdat zij een vergelijkbaar rantsoen krijgen. Het verstrekken van ruwvoer, zoals bijvoorbeeld bietenpulp, zorgt ervoor dat maagwandbeschadigingen sterk afnemen. Helaas wordt zoekberen, net als de meeste andere varkens, zelfs geen handje stro gegund. Wel krijgen ze soms strooisel.