Hervorm de varkenssector, nú is het moment

Vrolijk varken in weiland

Deze column verscheen eerder op FTM.

Meer belasting ophalen en in één moeite door de varkensboeren, de volksgezondheid, het milieu en de dieren een dienst bewijzen? Een vleestax biedt het allemaal, aldus Hans Baaij.

In 1997 brak er paniek uit onder varkensboeren (en bewindslieden), toen er 10 miljoen varkens geruimd werden als gevolg van de varkenspest. J.J. Voskuil startte met ondergetekende de actie Varkens in Nood, die als doel had om de varkenssector voor eens en altijd, voor zowel dieren als boeren, via een drastische reorganisatie gezond te maken.

Tienduizenden mensen betaalden 25 gulden of meer om paginagrote advertenties in dagbladen mogelijk te maken. In één van die advertenties schreef auteur Koos van Zomeren: ‘Aan de minister en de kamercommissie voor landbouw. Nu miljoenen varkens als afval zijn afgevoerd en de schade in de miljarden guldens loopt, nu het morele en zakelijke failliet van de intensieve veehouderij zo pijnlijk is aangetoond; nu is het moment om andere wegen in te slaan.’

Wat vrijwel iedereen in die tijd voorzag, was de race naar de bodem waarbij voortdurende schaalvergroting en prijsverlagingen uiteindelijk zouden leiden tot een failliete varkenssector met alleen maar verliezers. Die race heeft inmiddels tegen de 20.000 van de 24.000 varkensboeren gedwongen hun bedrijf te beëindigen. Desalniettemin zijn de prijzen van varkensvlees in 2015 historisch laag, zijn er sinds 2001 niet zoveel varkens meer geweest en lijkt een grootschalige koude sanering onafwendbaar. Een overheid die richting geeft aan deze sanering en niet alles aan de markt overlaat is dringend gewenst.

120 misstanden in de varkenssector

Uit een op 25 oktober 2015 verschenen rapport van Varkens in Nood (‘120 misstanden in de Nederlandse varkenshouderij anno 2015’) blijkt dat de situatie van de varkens in de stallen nog hopelozer is dan aangenomen werd. Iedere misstand zou bij mensen op zichzelf al voldoende zijn voor harde maatregelen, strafvervolging en boetes, maar bij varkens kijkt men de andere kant op.

De productie van vlees heeft zoals bekend een enorme impact op natuur en milieu. Voor de productie van veevoer voor onze vaderlandse kippen en varkens wordt het tropische regenwoud massaal gesloopt. Waar vroeger woudreuzen stonden van wel 50 meter hoog vol apen, papegaaien en vlinders, groeien nu genetisch gemodificeerde sojaplanten.

Het Planbureau voor de Leefomgeving schreef in 2009: ‘Als de consumptie van Nederlanders de mondiale maat zou zijn en gerekend wordt met de huidige trends in bevolking, consumptie en technologie van de OESO, dan zullen in 2040 wereldwijd alle natuurlijke graslanden en bossen zijn omgezet in landbouwgronden.’ Ook het broeikaseffect wordt sterk beïnvloed door de vleesproductie. Door de verwoesting van oerwoud komt CO2 vrij en vernietigen we de longen van de aarde. Longen die CO2 omzetten in zuurstof.

Vlees: kankerverwekkend

Vandaag de dag is het de gewone man die zijn slag slaat bij de kiloknaller, terwijl de elite steeds minder vlees eet. De gevolgen van die toegenomen vleesconsumptie, zoals darmkanker, zijn groot. Ouderen doen sinds enige tijd massaal mee met het insturen van hun ontlasting om zo darmkanker vroegtijdig te ontdekken. De Tilburgse hoogleraar gezondheidseconomie Peter Kooreman stelde in NRC Handelsblad op 21 augustus 2013 dat het actief ontmoedigen van het eten van (rood) vlees vele malen effectiever is dan dit peperdure bevolkingsonderzoek. Minder vlees eten leidt aantoonbaar tot minder darmkanker en dus tot lagere medische kosten. Zijn voorstel: meer belasting op vlees.

Opmerkelijk is dat de World Health Organisation bewerkt vlees op de lijst van kankerverwekkende stoffen wil. Op die lijst staan onder andere asbest, roken en alcohol. Bewerkt vlees is onder andere bacon, ham, salami en rookworst, dus vleesproducten die bewerkt zijn door het te roken, te drogen of te zouten of met conserveringsmiddelen. Ook rood vlees komt op de lijst van kankerverwekkende stoffen, alleen een categorie lager dan bewerkt vlees. In de voedingsleer wordt onder rood vlees het vlees van rund, varken en schaap (dus zoogdieren) verstaan en niet dat van kip of vis. Het heeft dus niets te maken met de bereidingswijze (rare of medium).

De oplossing: accijns op vlees

Voor een accijns op vlees is veel te zeggen. Niet alleen omdat zo het risico op darmkanker aanmerkelijk verkleind wordt, maar ook om zo de risico’s op antibioticaresistentie bij mensen te verkleinen. Een big die antibiotica krijgt toegediend hoeft geen weerstand op te bouwen en kan veel sneller groeien. Het ontbreken van enige weerstand leidt ertoe dat ook bij volwassen dieren veel vaker antibiotica nodig is. Veel Nederlanders zijn dankzij deze middelen, die niet alleen in vlees maar ook in het oppervlaktewater aanwezig zijn, al resistent voor gangbare antibiotica. Dat leidt tot grote zorgen in de ziekenhuizen, waar men met patiënten geconfronteerd wordt die op geen enkel antibioticum meer reageren.

De ware kosten van een kilo vlees liggen vele malen hoger dan de prijs die de consument ervoor betaalt, daar zijn alle deskundigen het over eens. Maar de machtige vleeslobby, in Den Haag vertegenwoordigd door het CDA en de VVD, houdt stug vol dat vlees een primaire levensbehoefte is die betaalbaar moet zijn voor iedereen. Ook de PVV en de SP zien niets in een vleestax. Hun achterban, de gewone man, mag niet de dupe worden en heeft recht op goedkoop vlees. Men dient zich echter te realiseren dat bijvoorbeeld varkensvlees, gecorrigeerd voor inflatie, sinds 1960 vijf maal goedkoper is geworden. Met die betaalbaarheid zit het wel goed, ook met een accijns.

Het CPB heeft in 2007 al geconcludeerd dat een vleesaccijns goed uitvoerbaar is. Een heffing van 15 cent per ons levert de schatkist jaarlijks circa een miljard euro op.

Vleesbelasting investeren in vleesvervangers

Een deel van dit geld kan geïnvesteerd worden in de ontwikkeling van vleesvervangers. In een eerder artikel op FTM schreef ik al dat Silicon Valley tientallen miljoenen dollars in vervangers van vlees, zuivel en eieren investeert. De Apples en Googles van deze wereld zouden wel eens in de (nabije) toekomst een nog grotere bedreiging kunnen vormen voor de varkenshouderij dan lage prijzen en overproductie. Toch worden initiatieven op dit terrein door de overheid nauwelijks financieel ondersteund. Met een vleestax kan daar verandering in worden gebracht.

Een ander deel van de opbrengst van de accijns kan gebruikt worden om varkensboeren die willen stoppen een kans te geven dit zonder al te veel kleerscheuren te doen. De resterende varkensboeren moeten dan geld en tijd krijgen om over te schakelen op een ander soort varkenshouderij, zonder alle bovengenoemde nadelen en met veel minder varkens. Zowel de boeren als de varkens krijgen het dan beter.

Een heffing via accijns heeft verre de voorkeur boven een verhoging van de btw van 6 procent naar 21 procent. Bij accijns stijgt de prijs van goedkoop vlees (de kiloknaller) procentueel een stuk meer dan die van biologisch vlees. Een heffing van 15 cent op 1,50 euro bij gangbaar vlees tikt meer aan dan 15 cent op 2,50 euro bij biologisch vlees. Bij een verhoging van de BTW stijgt de prijs van het dure biologische vlees in relatieve zin even hard, maar in absolute zin veel harder. Van 6 procent naar 21 procent tikt bij 2,50 euro per kilo in absolute zin meer aan dan bij 1,50 euro.

Verandering in de BV Nederland

Het inkrimpen van de varkenssector, de omschakeling naar hoogwaardig varkensvlees en de opzet van een nieuwe bedrijfstak voor vervangers slagen alleen als dit gebeurt via samenwerking binnen de BV Nederland. Varkenssector, supermarkten, wetenschap, banken, overheid en NGO’s moeten samenwerken, binnen één toekomstgerichte visie. Dit soort processen is noch door banken, noch door supermarkten, noch door de boeren zelf te financieren en te organiseren.

De financiering en leiding van deze transitie moet de overheid op zich nemen. Dat kan in de Nederlandse verhoudingen niet anders, omdat we hier geen mensen als Bill Gates hebben. Een accijns op vlees is daarvoor het aangewezen instrument, omdat het enerzijds de consumptie van vlees afremt en anderzijds de middelen creëert voor een grootschalige omslag en een andere manier van denken ten aanzien van de varkenshouderij.

Voor een toekomstgerichte visie staan de sterren gunstig. Veel varkensboeren zijn, misschien noodgedwongen, zo ver dat ze heel graag naar een ander systeem willen. Supermarkten zijn vaak bereid tot stappen zolang het hun concurrentiepositie maar niet benadeelt, dus zolang alle supers meedoen, is er waarschijnlijk de bereidheid om nieuwe normen te aanvaarden. De maatschappij heeft al lang haar bekomst van de ellende in de vee-industrie. En minder vlees eten is goed voor de gezondheid van de consument.

Het is daarom nú tijd om te bouwen aan een schone, gezonde en diervriendelijke toekomst.

Deel dit artikel