Ontdekking: paleo-voorouders aten weinig vlees

Wie bergen vlees verstouwt omdat het hippe paleodieet dat nu eenmaal voorschrijft, kan de vleesvork met gerust hart opbergen. De verre voorouders die model staan voor de aanhangers van dit voedselregime, kregen namelijk helemaal niet zo veel dierlijke eiwitten binnen als werd verondersteld.

Het beeld van oermens die elke avond bij het vuur een half everzwijn verslindt, klopt niet. Archeologen van de Bar-Ilan universiteit in Israël hebben ontdekt dat onze paleo-voorouders vooral zaden, noten, fruit, groenten, knollen en wortels aten, en weinig vlees of vis.

Die conclusie baseren ze op onderzoek naar bodemlagen in de Israëlische Hulu-vallei. Daar lag 780.000 jaar geleden een moerasachtig meer, waarlangs werktuigen, vuurplaatsen én plantenresten zijn gevonden. Dat laatste is uniek. Schillen, zaden en noten vergaan normaal gesproken, maar hier zijn ze bedekt met slib en daardoor geconserveerd.

Jaarmenu

De onderzoekers troffen ruim 100.000 resten van 117 plantensoorten aan, die volgens hun door mensen zijn verzameld. In aardlagen waar geen spoor van menselijke aanwezigheid werd aangetroffen, vonden zij namelijk ook tien keer zo weinig plantenresten.

Op basis van de bevindingen wisten de archeologen een soort jaarmenu samen te stellen. In de lente aten de oermensen bladeren van wilde bieten en kaasjeskruid. Ook haalden ze knollen en wortels uit de grond. In de zomer verzamelde men zaden van Mariadistels en fruit van de Christusdoorn-jujube. Ook smulden ze van olijven. Daarna waren de wilde druiven aan de beurt, en in de herfst en winter poften ze vosnoten, eikels en waternoten boven het vuur. Daarbij werd er af en toe een damhert of een olifant geslacht.

Echte vegetariërs waren ze dus niet, die paleo-voorvaderen. Maar ze kwamen, zo lijkt het nu, dicht in de buurt van wat nu een gezond én duurzaam dieet heet.