In de vee-industrie worden biggen al op jonge leeftijd van hun moeder gescheiden. Ze zijn pas 4 weken oud als ze van de ene op de andere dag bij haar worden weggehaald. Dat is veel te vroeg. De biggen drinken nog melk bij hun moeder en moeten nog veel van haar leren.
In de natuur worden biggen stap voor stap zelfstandig. Ze leren alles van hun moeder: samen gaan ze op zoek naar voedsel en ontmoeten ze andere varkens. Langzaam wennen de biggen eraan om zonder hun moeder op pad te gaan. Pas als ze 3 tot 4 maanden oud zijn, zijn de biggen niet meer afhankelijk van de zeug.
Angst en onrust zonder moeder
Biggen van 4 weken oud kunnen dus nog niet zonder hun moeder. Ze worden ziek door de plotselinge overgang van melk naar brokken. De afwezigheid van hun moeder veroorzaakt ook angst en onrust. De biggen blijven nog dagenlang roepen met speciale knorren, bedoeld om contact met haar te maken. Door het gemis van de zeug proberen de biggen bij elkaar te zogen: ze duwen met hun neus op elkaars buik of sabbelen op elkaars oren en staart.
Zeug leert biggen sociaal gedrag
Bovendien missen de biggen een belangrijk deel van hun sociale opvoeding als ze vanaf zo’n jonge leeftijd zonder hun moeder moeten leven. Hierdoor gedragen de biggen zich agressiever naar soortgenoten, wat nog meer onrust veroorzaakt.
Meer ruimte voor biggen en moeder
Er moet veel veranderen in de varkenshouderij om biggen langer bij hun moeder te laten blijven. Varkens groeien heel snel, dus er is flink wat ruimte nodig voor een zeug met oudere biggen. Het zou nog beter zijn als de biggen samen met hun moeder naar buiten kunnen én daarbij andere varkens leren kennen.
