In de natuur zal een zeug haar biggen na twee weken leren omgaan met andere biggen uit de familiegroep. Dit kennismaken gebeurt vooral door neus-neuscontact. Vechten gebeurt heel weinig omdat er in de familiegroep een duidelijke sociale rangorde heerst. Varkens uit andere familiegroepen worden niet geaccepteerd.
In de varkenshouderij worden biggen uit verschillende tomen bij elkaar gezet. Veel varkenshouders willen namelijk uniforme koppels. Zo worden vrouwelijke en mannelijke dieren apart gehouden omdat deze anders gevoerd moeten worden voor een optimale groei en slachtkwaliteit. Biggen met een gelijk gewicht worden bij elkaar gezet. Dit mengen levert veel stress en gevechten op binnen de groep omdat de rangorde opnieuw moet worden bepaald. Dit kan leiden tot verwondingen aan huid en poten en resulteert veelal in een groeiachterstand. De gevechten in deze uniforme koppels (biggen met gelijk gewicht) zullen extra lang duren omdat deze varkens immers aan elkaar gewaagd zijn.