Mannelijke biggen, bestemd voor de Nederlandse supermarkt, worden sinds 2012 niet meer gecastreerd. Dit bespaart miljoenen biggetjes een pijnlijke ingreep, dagenlange napijn en het risico op infecties. Bovendien zijn de ongecastreerde biggen speelser, gezonder en ze groeien sneller. Door het verbod op castreren is er echter wel een nieuw dierenwelzijnsprobleem ontstaan. Niet gecastreerde biggen vertonen op latere leeftijd namelijk meer agressief en seksueel gedrag. Zo’n 80% van de varkenshouders die beren mest, ervaart hierdoor problemen (zoals varkens die elkaar bespringen en elkaar vaker verwonden). Dit betekent dat 20% van de varkenshouders dus geen problemen ervaart. Uit onderzoek blijkt dat goed management hierbij een grote rol speelt. Zo is de kans op ongewenst gedrag bij beren klein als de leefomstandigheden goed zijn. De volgende factoren spelen een grote rol bij het ontstaan van ongewenst gedrag: voeding- en waterkwaliteit, stalklimaat, aantal eetplekken, behandeling van de beren, hokbevuiling, stressniveau en gezondheid. Ook speelt genetische aanleg een rol. Beren met een Pietrain-ras als vader, vertonen meer ongewenst gedrag dan beren met een Large White-ras als vader.