Door het gebruik van grote hoeveelheden antibiotica in de landbouw, zijn er veel resistente bacteriën ontstaan. Als mensen met deze bacteriën besmet raken, werken bepaalde antibiotica niet meer en kan een ongevaarlijke infectie opeens veel complicaties met zich meebrengen. De meest bekende bacterie is MRSA. Deze wordt ook wel de ‘ziekenhuisbacterie’ genoemd, omdat het in ziekenhuizen vaak voor problemen zorgt.
Volgens onderzoek van het Statens Serum Institut in Denemarken, recent gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Applied and Environmental Microbiology, hebben bezoekers van een besmette varkensstal al binnen een uur verhoogde gehalten met resistentie stafylokokken (MRSA) in hun neus.
Na twee uur was weliswaar 95 procent van de resistente bacteriën verdwenen, maar de besmetting nog niet. Het grootste deel van de varkensstallen en waarschijnlijk meer dan 90 procent van de kalverhouderijen is besmet met MRSA (en vaak ook ESBL). Infecties met deze resistente bacteriën kunnen onder omstandigheden levensbedreigend zijn. Dit veroorzaakt vaak het probleem dat wonden na een operatie niet meer genezen.
Ziekenhuizen accepteren daarom al sinds geruime tijd geen mensen meer die in de vee-industrie werkzaam zijn, of plaatsen hen eerst in quarantaine. De veehouderij is er wel in geslaagd de oorzaak van de resistente bacteriën, het enorm hoge antibioticagebruik, terug te dringen, maar kan met de totaal doorgefokte en verzwakte productiedieren eigenlijk niet zonder grote hoeveelheden antibiotica.