Vandaag presenteert minister Schouten haar nieuwe landbouwvisie. De nieuwe revolutie heet kringlooplandbouw en bevat zeker een aantal hoopgevende verbeteringen. Maar één onderwerp blijft schrijnend afwezig: oog voor dierenwelzijn.
Decennia lang gevecht
Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een radicale omslag in de landbouw: Mansholt zette in op goedkoop voedsel en vlees voor iedereen en creëerde zo in feite de intensieve veehouderij. Tegen de negatieve effecten daarvan voor dier en milieu, zijn organisaties als de onze nu al jaren aan het vechten. Het wordt steeds duidelijk dat het anders moet, iets dat Mansholt zelf overigens al in de jaren 70 doorhad.
Als het aan minister Schouten ligt, is het tijd voor een nieuwe revolutie: kringlooplandbouw moet de toekomst zijn. Vandaag publiceerde zij haar plannen om dat voor elkaar te krijgen en wat blijkt: ondanks alle lobby, brandbrieven, verzoeken en petities is er voor dierenwelzijn nog steeds geen plaats.
Dieren tellen nog steeds niet mee
In het ruim 50 pagina’s tellende realisatieplan om de landbouw om te vormen tot kringlooplandbouw staat slechts 7 maal het woord dierenwelzijn. En helaas staat het dan ook nog steevast achteraan een rijtje doelen voor de landbouw: ‘doelen voor bodem-, lucht-, water- en natuurkwaliteit, landschap, biodiversiteit, klimaat, voedselveiligheid en dierenwelzijn.’
Het is om te huilen dat de dieren blijkbaar nog steeds nauwelijks meetellen als belanghebbenden van de landbouw – terwijl het in feite de wezens zijn met het allergrootste belang. Het is tekenend voor onze maatschappij en een gemiste kans van de minister. Als er nu echt een transitie gaat plaatsvinden in de veehouderij, dan móet het dierenwelzijn veel zwaarder worden meegewogen. Laat niet weer de dieren de dupe zijn!
Kringlopen
En ja, natuurlijk gaat de kringlooplandbouw ook over bodemkwaliteit, over import van voer en afvoer van mest, en over het belang van natuurbeheer en schoon oppervlaktewater zonder landbouwgif en gevaarlijke residuen. Uitermate belangrijk voor mens, dier en planeet! De droom van de minister is wat dat betreft mooi: “Zoals het bij Mansholt ging om ‘nooit meer honger’, is bij kringlooplandbouw het adagium ‘minimale belasting van de leefomgeving’.” De invulling van de plannen laat nog wel even op zich wachten, lijkt het.
Er zijn veel plannen voor kennisoverdracht, onderzoek naar innovatie, het wegnemen van belemmeringen en het stimuleren (o.a. met subsidies) van duurzame initiatieven. Maar durft de minister ook met de vuist op tafel te slaan? Door bijvoorbeeld eindelijk keihard een verbod op glyfosaat af te kondigen? Door het importeren van veevoer waarvoor regenwouden gekapt zijn te verbieden? Nee, helaas zegt ze dat nog steeds niet. De intentie is er, dat lees je door de regels heen, maar we moeten nog hopen op echte daadkracht, zodat de landbouwvisie niet bij de zoveelste droom blijft.
Olifant in de kamer: de export
De minister heeft wel een aantal plannen om kleinschalig en duurzaam boeren te stimuleren – en dat is natuurlijk echt mooi! Wel lijkt het erop dat er met geen woord wordt gerept over de olifant in de kamer: de belachelijk grote exportpositie van Nederland. We exporteren zo’n 70 of 80 procent van onze dierlijke producten, zoals varkensvlees, zuivel en kalfsvlees. Wat doen kleinschalige initiatieven voor het lot van al die miljoenen dieren en voor hun milieu-impact? Het lijkt erop dat er aan onze ‘trotse’ exportpositie (als tweede agrarische exportland van de wereld!) nog steeds niet gemorreld mag worden. Nergens spreekt de minister uit dat onze veestapel moet krimpen, omdat het inmiddels onhoudbaar is geworden voor natuur, milieu en omgeving. Toch geeft alle logica, én veel wetenschappelijk bewijs, aan dat krimp absoluut nodig is.
Roepen dat we een duurzaam landbouwbeleid willen voeren, terwijl we gewoon op de ingezette weg voortgaan met vlees en zuivel de hele wereld over te vliegen, is natuurlijk een farce.
Toch inkrimpen?
Of misschien moeten we ook hier tussen de regels doorlezen? Zo schrijft de minister “Als de productie in Nederland op circulaire principes geschoeid wordt, verandert het voor het buitenland beschikbare aanbod mee.” Misschien moeten we hopen dat hier toch een intentie staat om de veehouderij in Nederland in te krimpen?
Wellicht is dat onze enige optie: de landbouwvisie moeten we zien als een droombeeld en we kunnen er maar beter het beste van hopen. Ondertussen is het duidelijk dat respect voor dieren en hun welzijn nog steeds niet vanzelfsprekend is. We moeten dierenleed dus consequent onder de aandacht blijven brengen, tot de ommekeer eindelijk tot stand komt.
Help de dieren in de vee-industrie, doneer, zodat wij ons hard kunnen blijven maken voor deze meest kwetsbare belanghebbenden bij een beter landbouwbeleid
Als veearts werkte ik 7 jaar lang tussen de varkens in de intensieve veehouderij. Ik werd daar dagelijks geconfronteerd met misstanden en schrijnend dierenleed. Toen ik inzag dat ik als veearts te weinig kon doen voor de varkens maakte ik de overstap naar Varkens in Nood. Nu ben ik directeur van dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht en probeer ik als actievoerder het welzijn van miljoenen varkens in Nederland te verbeteren.