De supermarkten zijn klaar voor Pasen, er wordt weer flink gestunt met het paasassortiment. Daarbij wordt ook varkensvlees – als broodbeleg of onderdeel van gourmetschotels - veelvuldig aangeprezen als feestelijk ingrediënt voor de paastafel. Slecht nieuws voor de varkens, want vrijwel al dit vlees krijgt slechts één enkele ster van het Beter Leven Keurmerk. Anders dan de naam doet vermoeden, hebben deze varkens nauwelijks een beter leven gekend.
Niet ieder keurmerk garandeert dierenwelzijn
Supermarkten verkopen steeds meer dierlijke producten met het Beter Leven Keurmerk (BLK) van de Dierenbescherming. Dit keurmerk geeft met één tot drie sterren aan hoe diervriendelijk een product is. Hoe meer sterren, hoe beter het leven van het dier. In 2020 werden al meer dan 4 miljoen varkens gehouden volgens de eisen van het BLK. Een goede ontwikkeling, want deze dieren leven onder betere omstandigheden dan varkens zonder keurmerk. Supermarkten maken hier ook dankbaar gebruik van door reclame te maken met ‘diervriendelijk’ varkensvlees voor Pasen. Helaas krijgt de overgrote meerderheid van dit vlees slechts één ster van het BLK. Zo heel veel beter is het welzijn van deze varkens niet.
Eén ster maakt weinig verschil
Varkens met het één ster BLK krijgen iets meer ruimte in de stal dan varkens zonder keurmerk: 1 m2 in plaats van 0,8 m2. Ook mogen deze varkens niet gecastreerd worden. Die pijnlijke ingreep wordt wel uitgevoerd bij gangbare varkens. Toch is er verder ook bij varkens met een ster van het BLK vooral sprake van verschrikkelijk dierenleed. De staarten van deze varkens worden zonder verdoving afgebrand en de zeugen worden weken achtereen opgesloten in een krappe kraamkooi. Ook op het gebied van verveling en frustratie hebben varkens met één ster BLK het niet veel beter dan hun soortgenoten in andere varkensfabrieken. De minimale eisen die het BLK stelt voor afleidingsmateriaal in de stal zijn inmiddels vergelijkbaar met de eisen voor de intensieve varkenshouderij. Alleen grote groepen varkens – van minimaal 40 dieren per hok – moeten stro of hooi in de stal krijgen voor één ster van het BLK.
Meer sterren geeft écht beter leven
Het welzijn van varkens verbetert pas écht bij twee of drie sterren van het BLK. Dan mogen biggen hun staart houden en staan zeugen na de bevalling ‘slechts’ vijf dagen vast in de kraamkooi. De varkens moeten altijd stro tot hun beschikking hebben. Dit geeft alle varkens de kans om te wroeten en spelen. Daarnaast hebben varkens met minimaal twee sterren van het BLK een uitloop naar buiten. Ze krijgen de kans om buitenlucht op te snuiven, in tegenstelling tot de varkens met slechts één ster die hun hele leven doorbrengen in een dichte stal.
Kies voor de varkens
Wil je deze Pasen toch graag vlees op tafel zetten? Kies dan niet voor de aanbiedingen met slechts één ster van het BLK. Voor een varken met een beetje fatsoenlijk leven kies je minimaal twee sterren. Maar het meest diervriendelijke paasmenu bevat natuurlijk helemaal geen vlees. Dat is pas fijn voor de varkens!
Als bioloog voerde ik vijf jaar lang wetenschappelijk onderzoek uit naar het gedrag en welzijn van varkens in de intensieve varkenshouderij. Dit werk bracht me oog in oog met het dierenleed dat zich op varkensbedrijven afspeelt. Varkens worden behandeld als producten en niet als de slimme, nieuwsgierige levende wezens die ze zijn. Dit wil ik veranderen. Bij Varkens in Nood zet ik me daarom in voor de miljoenen varkens in de Nederlandse vleesindustrie.