Keek jij gisteren, net als een paar miljoen andere mensen, ook naar ‘Onze Boerderij’? Wij wel, en hoewel dit programma tot nu toe weinig kritiek heeft geuit op de veehouderij, was de laatste aflevering van gisteren een verrassende uitzondering. Er waren duidelijk kritische noten te horen bij het tonen van de stallen waarin varkens worden gehouden.
Gangbare veehouderij
Allereerst de complimenten voor varkenshouder Hennie die de cameraploeg heeft toegelaten in zijn stal. Een gangbare stal met 1.100 fokzeugen. Niet bepaald ons idee van een diervriendelijke, natuurlijke veehouderij, en dat weet Hennie maar al te goed. Hij heeft dan ook getwijfeld om mee te doen, want zegt hij “Ik schaam me niet, maar de impact van de tegenstanders is best groot aan het worden.” Als Yvon hem vraagt wat hij dan wil zeggen tegen mensen die schrikken van de rijen zeugen in kooien, zegt hij: “Dat dit wel de realiteit is.”
Hennie geeft aan “dat we vlees produceren, waar een bepaalde prijs aan hangt.” Yvon vraagt nog even door: “Waar is het stro? Waar is het hooi? Als ik dit zo zie dan denk ik ‘gadverdamme, ik moet gewoon een euro meer gaan betalen’ zodat zij (ze wijst naar de zeugen) op stro kunnen, en meer ruimte krijgen!” Varkenshouder Hennie: “Als dat betaald wordt, ben ik morgen om!”
Moeilijke positie
Zie hier een heel eerlijk beeld van onze Nederlandse varkenshouderij. De varkens zitten in een moeilijke positie, de boeren zitten in een moeilijke positie. In een race naar de bodem worden de prijzen almaar lager en de bedrijven almaar groter. Financieel zitten veel varkenshouders bijna aan de grond. Nog meer groei en nóg efficiënter ‘produceren’ is het enige antwoord. Wil die boer dat zelf? Als je Hennie zo hoort dan lijkt het er niet op. Als hij een goede prijs zou krijgen, liepen zijn zeugen in het stro en hadden ze meer ruimte. Nu liggen ze in de kraamkooi, zonder nestmateriaal, zonder afleidingsmateriaal en zonder raam dus ook zonder daglicht. Heel eerlijk getoond door de varkenshouder, die aangeeft dat dit nou eenmaal de norm is.
Scharrelvarkens
Vervolgens gaan we naar scharrelvarkenshouder Inge, die laat zien dat op haar kleinschalige bedrijf alle varkens lekker buiten modderen. Zij wil ‘een ouderwets varken en een einde aan de voedselverspilling’ want de varkens eten oud brood, fruit en ander voedsel dat anders weggegooid zou worden. Ze vinden het heerlijk.
Inge: “Ik vind niet dat wij als Nederlanders de verantwoordelijkheid of de taak hebben om de wereld te voeden. Als wij verantwoordelijker met vlees om gaan en af en toe vlees laten staan, dan kunnen we dieren op deze manier houden en toch Nederland voeden. Maar wij eten zoveel vlees, en we exporteren zoveel, ja, daar kunnen we niet in voorzien.”
Beter dierenwelzijn = duurder vlees
Terug naar de gangbare varkenshouderij. Wij denken net als Yvon: “Strooi er een beetje stro in, een beetje hooi, want nu liggen ze op die keiharde grond!” En ook al zijn wij van mening dat de overheid hierin ook een enorm grote rol speelt, het is ook absoluut van belang om de consumenten op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Die hebben vaak de mond vol van dierenwelzijn, maar blijven wel gewoon op grote schaal vlees kopen. Yvon: “Dus je bedoelt, als we de dieren een beter leven geven, dan wordt vlees duurder?” Varkenshouder Hennie: “Dat is heel helder.”
Als veearts werkte ik 7 jaar lang tussen de varkens in de intensieve veehouderij. Ik werd daar dagelijks geconfronteerd met misstanden en schrijnend dierenleed. Toen ik inzag dat ik als veearts te weinig kon doen voor de varkens maakte ik de overstap naar Varkens in Nood. Nu ben ik directeur van dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht en probeer ik als actievoerder het welzijn van miljoenen varkens in Nederland te verbeteren.