Het Nederlands Landvarken heeft hangende oren, is wit en middelgroot. Begin twintigste eeuw werden in Nederland fokstations, varkensfokverenigingen en stamboeken opgericht en begon een grote groei in de Nederlandse varkenshouderij. Vanaf 1933 kregen stamboeken de vrijheid om te kruisen. Een kruising tussen een Deens Landvarken en een Duits Landvarken maakte het Nederlands Landvarken. Het varken werd gebruikt in de commerciële varkenssector.
Tegenwoordig is het ras erg zeldzaam omdat de commerciële varkenshouderij steeds minder foklijnen aanhoudt. Er is daarom zelfs een werkgroep voor ‘Behoud van het Nederlands Landvarken’ opgericht.