Criteria vijfsterren-varkensboeren

Vijfsterren-varkensboeren voldoen aan strenge criteria
Foto: Sabine Grootendorst/Varkens in Nood

Om te beoordelen of een bedrijf in aanmerking komt voor de kwalificatie ‘vijfsterren-varkensboer’ gaan we altijd op dezelfde manier te werk. Eerst sturen we het bedrijf een vragenlijst; als uit de antwoorden blijkt dat het bedrijf waarschijnlijk voldoet aan de criteria voor vijf sterren, brengen we het een bezoek. Daarna wordt al dan niet de kwalificatie toegekend.

Toen we in 2016 met het project startten, begonnen we met een inventarisatie van bedrijven. In eerste instantie deden we onderzoek via internet; we bezochten talloze websites, op zoek naar bedrijven die leken te voldoen aan onze criteria voor varkenswelzijn.

Minimale criteria

De ‘harde eisen’, de minimale criteria waaraan voldaan moet worden om de status van vijfsterren-varkensboer te krijgen, houden in dat alle varkens (en dus niet alleen de zeugen) permanent naar buiten kunnen; dat er een natuurlijke uitloop is (bijvoorbeeld weide, bos, zandgrond); dat die uitloop groot genoeg is; dat er geen staartjes gecoupeerd worden; dat de zeugen bij het werpen niet vastliggen in een kraamkooi; dat de biggen en de zeug minimaal zes weken bij elkaar blijven; dat biggen die gecastreerd worden (maar bij voorkeur gebeurt dat níét), verdoofd worden; dat de varkens gezond zijn, en hun gedrag positief is.

Over deze punten valt niet te onderhandelen. De andere punten waar we naar kijken, worden in onderlinge samenhang beoordeeld.

De eerste vijfsterren-varkensboeren

De bedrijven die aan onze criteria leken te voldoen, hebben we gebeld om te checken of de gevonden informatie (nog) klopte. Bij die ronde vielen er bedrijven af, bijvoorbeeld doordat ze op dat moment geen varkens hadden, doordat de huisvesting niet (meer) voldeed aan de criteria voor vijf sterren, of omdat ze niet op de lijst wilden. De bedrijven die overbleven, hebben we persoonlijk bezocht. En zo werd nog datzelfde jaar de eerste groep vijfsterren-varkensboeren gepresenteerd.

Het aantal vijfsterrenboeren groeit

Sindsdien groeit het aantal vijfsterrenboeren. Soms worden we benaderd door een boer zelf, soms door mensen die een bedrijf kennen dat volgens hen in aanmerking komt. De procedure is altijd dezelfde. Eerst sturen we het bedrijf een lijst met vragen, waaronder de ‘harde eisen’. Naar aanleiding daarvan volgt óf een afwijzing óf een bezoek van een medewerker van Varkens in Nood. Door de voorselectie komt het maar zelden voor dat een bedrijf naar aanleiding van het bedrijfsbezoek wordt afgewezen.

De vragenlijst

De vragenlijst bestaat uit 27 vragen – met in de meeste gevallen een kleine toelichting – en is opgesteld door een veearts en een dierkundig ingenieur. De meeste antwoorden worden in onderlinge samenhang beoordeeld, maar er zijn ook vragen die een harde eis betreffen. Als het antwoord op zo’n vraag negatief is, is dat voldoende voor een afwijzing. Deze vragen zijn voorzien van een sterretje (*).

Vragenlijst voor de varkensboeren

  1. Om welk ras varkens gaat het?
    De varkens zijn bij voorkeur van een langzamer groeiend ras.
     
  2. Is er sprake van eigen opfok, of worden de varkens alleen vetgemest?
    Als de biggen worden aangekocht, dienen zij afkomstig te zijn van een bedrijf dat minimaal biologisch is.
     
  3. Als de varkens alleen worden vetgemest, van welk bedrijf zijn deze dan afkomstig?
    De biggen moeten afkomstig zijn van een bedrijf dat minimaal biologisch is.
     
  4. Hoeveel varkens zijn er op het bedrijf aanwezig?
     
  5. Hoeveel varkens worden er op jaarbasis geslacht?
     
  6. * Kunnen alle varkens permanent naar buiten?
    Dit is een minimale voorwaarde voor 5 sterren.
     
  7. * Wat voor een soort uitloop hebben de varkens?
    Een minimale voorwaarde voor 5 sterren is dat alle varkens een natuurlijke uitloop hebben - aarde, weide of bos - waar voldoende te ontdekken valt en de varkens lekker kunnen wroeten. Een verharde en overdekte uitloop naar buiten is onvoldoende.
     
  8. * Hebben de varkens voldoende ruimte?
    De varkens moeten voldoende ruimte hebben om lekker te kunnen rennen en op ontdekking uit te kunnen gaan. Deze buitenruimte moet meer zijn dan 2 vierkante meter per varken.
     
  9. Is er ook een binnenruimte/stal aanwezig? Zo ja, hoe ziet deze eruit?
    De varkens moeten kunnen schuilen tegen wind, regen en kou. Natuurlijke beschutting – zoals bomen en struiken – voldoet als het wolvarkens of andere natuurlijke rassen betreft.
     
  10. Hebben de varkens een modderbad?
    Bij voorkeur hebben de varkens een modderbad. Als er geen modderbad is, dienen zij zich op andere manieren te kunnen beschermen tegen hitte.
     
  11. * Hoe worden de zeugen gehouden als zij biggen gaan werpen?
    Een kraamkooi is niet toegestaan. Zeugen moeten voldoende bewegingsvrijheid hebben en een nest kunnen maken.
     
  12. * Wanneer worden de zeug en haar biggen gescheiden?
    Zeugen en biggen moeten minimaal 6 weken bij elkaar blijven.
     
  13. Hoeveel tomen hebben de zeugen per jaar?
    Bij voorkeur hebben de zeugen niet meer dan één nest per jaar.
     
  14. Hoeveel biggen werpt een zeug gemiddeld?
    Bij voorkeur is de toom gemiddeld niet groter dan 10 biggen.
     
  15. Is er sprake van natuurlijke dekking of kunstmatige inseminatie?
    Bij voorkeur is er sprake van natuurlijke dekking.
     
  16. * Worden de biggen gecoupeerd?
    Het couperen van biggen is onder geen beding toegestaan.
     
  17. * Worden de biggen gecastreerd? Zo ja, gebeurt dit onder verdoving?
    Bij voorkeur wordt er niet gecastreerd. Castratie wordt echter wel geaccepteerd wanneer de kans op berengeur of ongewenst gedrag (rijden, vechten) zeer groot is. Bij varkens die buiten worden gehouden, is dit vaak het geval omdat het langzamer groeiende rassen betreft, waarvan de varkens op hogere leeftijd worden geslacht. Een voorwaarde is echter wel dat de castratie onder verdoving plaatsvindt. We realiseren ons dat de verdoving (plaatselijk met een injectie, of met een gasmengsel van CO2 en O2) ook een inbreuk is op dierenwelzijn. Er zijn echter op dit moment geen diervriendelijkere verdovingsmethoden beschikbaar. Wel proberen we de varkenshouders te motiveren gebruik te maken van immunocastratie (improvac), of de beren niet te castreren en het vlees – wanneer er berengeur aan zit – te gebruiken voor koude bereidingen, zoals worst. 
     
  18. Op welke leeftijd worden de varkens geslacht?
    Bij voorkeur worden de varkens ouder dan 7 maanden.
     
  19. Hoe vaak worden de varkens verzorgd?
    De boer dient minimaal één keer per dag zijn dieren te verzorgen en te controleren. Er wordt gekeken of de dieren in goede gezondheid verkeren en of ze bijvoorbeeld nieuwsgierig zijn.
     
  20. Heeft het bedrijf een vaste dierenarts?
    Bij voorkeur is er een vaste dierenarts bij het bedrijf betrokken.
     
  21. Is er een gezondheidsplan?
    Bij voorkeur is er een gezondheidsplan, waarin bijvoorbeeld een ontwormingsplan is opgenomen.
     
  22. * Hoe is het gesteld met de gezondheid en het gedrag van de varkens?
    De gezondheid van de varkens dient goed te zijn, en hun gedrag positief. We kijken bijvoorbeeld of de varkens elkaar niet in de oren of staart bijten, of ze niet te mager zijn, of de klauwgezondheid goed is, en of er niet veel gevochten wordt.
     
  23. Hoe vaak worden er antibiotica gebruikt?
    Antibioticagebruik is bij voorkeur laag, maar in geval van ziekte dienen er uiteraard wel antibiotica te worden toegepast.
     
  24. Wat is de transporttijd naar de slacht?
    De varkens dienen dicht in de buurt te worden geslacht (transporttijd moet minder dan één uur zijn). Bij voorkeur laat de boer de varkens wennen aan een veewagen door deze bijvoorbeeld in de weide of het bos te plaatsen.
     
  25. Waar en hoe worden de varkens geslacht?
    De varkens worden bij voorkeur elektrisch verdoofd en op kleine schaal geslacht.
     
  26. Wat voor voer krijgen de varkens?
    Bij voorkeur wordt er gebruik gemaakt van voer dat geen soja bevat waarvoor tropisch bos is gekapt. Krachtvoer is vaak noodzakelijk om varkens in goede conditie te houden.
     
  27. Worden er extra maatregelen genomen voor het milieu?
    Bij voorkeur worden er maatregelen genomen om energieverbruik te minimaliseren, watergebruik te beperken en CO2 uitstoot te verminderen.