Varkens zijn echte groepsdieren. Ze zijn het gelukkigst met soortgenoten in de buurt. Maar de ellendige omstandigheden van de vee-industrie zorgen voor onderlinge frustratie en agressie. En in de overvolle hokken is het onmogelijk om te ontsnappen aan een boze hokgenoot. Onrust, angst en pijnlijke wonden zijn het gevolg.
Onrust in de groep
In de natuur leven varkens in stabiele familiegroepen met een duidelijke rangorde. In de varkenshouderij belanden onbekende dieren vaak samen in een krap hok. Ze bepalen de rangorde door met elkaar te vechten. Maar ook daarna kan het nog onrustig blijven in de groep. Varkens die hoger in de rangorde staan, jagen hokgenoten weg van de voerbak en het weinige afleidingsmateriaal in het hok. Zo’n achtervolging gaat lang door als het slachtoffer geen kant op kan.
Daarbij helpt het niet dat varkens worden gehouden in kale, vierkante hokken. Elkaar ontwijken of even uit het zicht verdwijnen is onmogelijk in een kleine open ruimte, zonder schuilplekken. Ruzies komen daardoor vaker voor én gaan ook langer door.
Laat varkens schuilen
Varkens die alle ruimte hebben om conflicten uit de weg te gaan, krijgen minder snel ruzie. Maar behalve voldoende ruimte is het belangrijk dat varkens zich kunnen verschuilen in geval van agressie. Ruimere hokken met schotten om achter te schuilen zijn al een stap in de goede richting. Maar het liefst zouden varkens buiten leven, met genoeg veilige plekken tussen bomen en struiken.