Varkenshouders die hun biggen castreren zijn vanaf woensdag 1 juli verplicht om de dieren te behandelen voor napijn. Die nieuwe voorwaarde komt boven op de bestaande verplichting om deze ingreep uit te voeren onder verdoving.
Voor export bestemde biggen gecastreerd
Mannelijke biggen worden gecastreerd omdat het vlees van ongecastreerde varkens heel soms kan stinken bij het bakken, de zogeheten ‘berengeur’. Deze berengeur komt voor bij slechts 2 procent van het vlees. Met een eenvoudige geurtest na het slachten kan voorkomen worden dat dit vlees in de schappen belandt.
Toch wordt in Nederland nog zo’n 25 procent van de mannelijke biggen gecastreerd, vooral bij biggen bestemd voor de export. Castratie komt inmiddels zelfs weer vaker voor dan een paar jaar geleden!
Castreren onder verdoving
In Europa is afgesproken om volledig te stoppen met het castreren van biggen. Op dit moment geldt een overgangstermijn en mogen biggen nog wel worden gecastreerd, mits hierbij verdoving wordt toegepast.
Maar de verdoving is minstens net zo stressvol als de castratie zelf. Bij de CO2-verdoving hangen de biggen ondersteboven in een soort trechter en krijgen ze CO2-gas toegediend. Dit gas is pijnlijk voor de luchtwegen en veroorzaakt ademnood en doodsangst voordat bewusteloosheid is ingetreden. Bovendien hebben de biggen nog dagenlang napijn van de castratie.
Nu ook pijnstilling tegen napijn
Sinds 1 juli 2019 is het toedienen van een pijnstiller na het castreren al verplicht voor Nederlandse varkenshouders die biggen exporteren naar Duitsland. Vanaf 1 juli 2020 geldt die verplichting ook voor alle andere Nederlandse varkenshouders. Een eenmalige injectie, voorafgaand aan het castreren, zorgt voor pijnstilling en is ook nog koorts- en ontstekingsremmend.
Stoppen met castratie
Het is natuurlijk zeer goed nieuws dat gecastreerde biggen voortaan behandeld worden tegen napijn. Maar daarmee moet niet uit het oog verloren worden dat castratie bovenal een pijnlijke en traumatische ingreep is, die niet noodzakelijk is. Hoe eerder het castreren van varkens stopt in Europa en de rest van de wereld, des te beter!
Als veearts werkte ik 7 jaar lang tussen de varkens in de intensieve veehouderij. Ik werd daar dagelijks geconfronteerd met misstanden en schrijnend dierenleed. Toen ik inzag dat ik als veearts te weinig kon doen voor de varkens maakte ik de overstap naar Varkens in Nood. Nu ben ik directeur van dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht en probeer ik als actievoerder het welzijn van miljoenen varkens in Nederland te verbeteren.