Blog 40: Niemand is dood

Zelden ben ik zo intens verdrietig geweest, een gevoel van verscheurdheid. Verslagenheid. Plotseling ging hij dood. Een paar dagen na het vaccineren werd hij ziek. Hoge koorts, zware ademhaling en koliekverschijnselen. At en dronk niet meer. Ik heb nog nooit zo’n ziek paard gezien of gehad. De behandelingen van de dierenarts mochten niet baten. Zijn dood is nu vier weken geleden en ben ik met vlagen nog vol van verdriet, ik ben echt in de rouw.

Nu zijn er mensen die vinden dat het woord rouw alleen van toepassing is als er mensen doodgaan. Of moet ik zeggen: overlijden. Volgens die norm kan ik misschien ook niet schrijven dat hij plotseling doodging. Hij verwijst naar iemand. Een mens. Dieren zijn volgens de Nederlandse wet objecten. Dingen. In de geest daarvan zou ik moeten schrijven: het ging plotseling dood. Niet iemand zijn, is niemand. Niemand is dood. Dat onze wetgever dieren nog steeds als zaken ziet, maakt mij nog verdrietiger. Onze taal staat wel toe om bij dieren dezelfde verwijswoorden te gebruiken als bij mensen. In die geest herdenk ik mijn paard. Het wordt tijd dat de wetgever die taal ook gaat spreken en uitvoeren.

Mijn goudeerlijke, prachtige gitzwarte ruin Beat Bella Fonte met zijn scheve voorbenen is niet meer. In de bloei van zijn leven weggerukt. Ik ben in rouw. Ik mis hem. Merk dat ik de stal waar HIJ stond nog steeds vermijd. Maar het leven gaat door en dat is ergens maar goed ook. Leven en dood horen bij elkaar, dat weet ik als boerin dondersgoed. Biggen worden geboren en gaan uiteindelijk naar de slacht. Kuikens komen hier op de vreemdste plaatsen uit het ei en vallen vaak ten prooi aan de buizerds. Herder Lady vrat twee kalkoenen dood. Beat kreeg een vaccinatie, dat bleek geen gezondheid door en voor een prikje. 

Ik ben gewoon maar een sterfelijke ziel, die er net als ieder ander, selectieve rouw op na houdt. Waarom helemaal verscheurd door het wegvallen van mijn Beat en alleen slikken bij het oprapen van een aangevreten kalkoenkadaver ’s morgens op het erf? Schouders ophalen als er in Afrika kinderen sterven van honger of aan Ebola, terwijl de gedachte dat  mijn kinderen kunnen overlijden, mijn leven voorgoed zou bederven.

Hoe dichterbij, hoe meer liefde. En meer verdriet. De bijzondere band die er is, dat is gewoon niet altijd uit te leggen. Dat hebben paarden dan denk ik voor op kalkoenen of varkens: de aaibaarheidsfactor. Houden van kent gradaties, zorgdragen voor alle dieren op de boerderij kent echter geen gradaties. 

Beat jij was bijzonder voor mij. Een rots met die gevoelige snaar. De snaar die ik haarfijn aanvoelde bij jou. Dat maakte onze band waardevol. Jij was voor mij niet zo maar iemand, laat staan niemand. Ik blijf de herinneringen aan jou koesteren. Als rouw plaats maakt voor aanvaarding blijf je toch bij mij, voorgoed in mijn hart. Iemand die voortleeft. 

Diana Saaman
Natuurlijke varkenshouderij Frank en Frij