Ik heb een megavarkensbedrijf. Op jaarbasis worden er ongeveer honderd biggen geboren en die gaan uiteindelijk naar de slacht. Met recht een megabedrijf. Mijn varkens hebben ruimte, buitenlucht, sociale contacten, geen rare spullen door het voer en veel aandacht van elkaar en van mij. Mega fijn. Ook voor mij. Om op deze manier vanuit ook economische redenen varkens te houden, voelt mega goed.
Mega heeft meerdere betekenissen. In het Indonesisch betekent het ‘in de wolken’, eigenlijk de betekenis die ik er ook aan geef als ik aan mijn Frank en Frij varkensbedrijf denk. Mega betekent ook gewoon mega veel, dat geeft al een andere klank, zeker als het om varkensbedrijven gaat: groot, groter, nog groter. Megabedrijven waar duizenden varkens in worden gehouden, is de trend in de bio-industrie. Dat gaat niets brengen. Niets voor de varkens en niets voor de economie.
Al jaren gaat het financieel heel slecht in de bio-industrie. Al jarenlang heeft het als maar groter worden van een varkensbedrijf niets gebracht. De bulkproductie van gangbaar varkensvlees is een failliet systeem voor zowel de varkens, als ook in economisch opzicht. De enige remedie van de bio-industrie lijkt te zijn: nog meer varkens per bedrijf om de kost te kunnen verdienen. Steeds minder geld overhouden per varken, betekent in hun visie meer varkens gaan houden om heel weinig rendement per dier te compenseren. Van tienduizend varkens vijf euro per varken over houden is meer dan vijf euro per dier overhouden bij tweeduizend varkens. Een rat race.
Dat boeren voor deze manier van carrière kiezen, vind ik al onbegrijpelijk. Ik zou zo mijn brood niet willen verdienen. Maar dat verdienen zij er zelfs niet mee, ook hen brengt het niets. En dat zij dit rat-race-systeem in de benen houden gaat vooral ten koste van de varkens. Kijk, op papier maakt het voor het welzijn zogenaamd niets uit of je als bio industrievarken op een bedrijf met 1000 of tienduizend verblijft. De minimale normen voor huisvesting staan vast. Maar normen voor aandacht en intentie, zeg maar varkensliefde, staan niet beschreven. Hoe meer dieren, hoe anoniemer, hoe slechter aandacht en intentie. Daarom ook het woord productiedier. Een economisch term. In die zin is nog groter worden mega slecht voor de varkens.
En voor de economie. Er is te veel varkensvlees op de Europese markt, daarom de lage prijzen. Waar te veel van is, drukt op de prijs. Onbegrijpelijk dat het antwoord van de varkensboeren is: nog meer dieren gaan houden.
Ik tel met mijn honderd varkens niet mee in de sector: mega te klein. Ze lachen mij uit. Maar ik heb mega plezier en mijn varkens ook. Het wordt tijd dat partijen die er toe doen hardop zeggen: het systeem van de bio- industrie is economisch failliet. En moreel ook. Met een mega tempo saneren die sector.
Diana Saaman, natuurlijke varkenshouderij Frank en Frij