Gisteren maakte de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bekend dat slachthuis Gosschalk in Epe weer open mag. Volkomen onverantwoord gezien de ernstige overtredingen die er plaatsvonden.
Strafrechtelijk onderzoek loopt nog
Het is onbegrijpelijk dat het slachthuis weer open mag terwijl het strafrechtelijk onderzoek nog loopt. Nu mogen dezelfde mensen – die straks mogelijk veroordeeld worden voor dierenmishandeling – weer ongehinderd duizenden dieren per dag doden. Als we in Nederland ook maar een beetje waarde zouden hechten aan dierenwelzijn, dan zou Gosschalk dicht moeten blijven. In ieder geval gedurende het strafrechtelijk onderzoek.
Verbeterplannen zijn ongeloofwaardig
Twee maanden geleden werden bij slachthuis Gosschalk nog steeds overtredingen vastgesteld, zelfs nádat het slachthuis in opspraak raakte door de undercoverbeelden van Varkens in Nood. De directie van Gosschalk heeft duidelijk geen aandacht voor dierenwelzijn. Het is volstrekt ongeloofwaardig dat ze nu ineens wel fatsoenlijk met dieren zullen omgaan. Het feit dat ze vijf verschillende plannen nodig hadden om de NVWA te overtuigen, laat ook wel zien dat dierenwelzijn een lastig onderwerp is voor dit bedrijf.
Maatregelen schieten tekort
Voor de heropening van Gosschalk zijn afspraken gemaakt met de NVWA: er komen meer camera’s te hangen, de slachtsnelheid moet (tijdelijk) omlaag en er in plaats van één komen er twee inspecteurs van de NVWA in het slachthuis te werken.
Als de directie van Gosschalk oprecht haar best zou willen doen dan hadden ze tijd gestoken in het verbouwen van de slachtlijn. Door de slechte inrichting van dit slachthuis ligt het voor de hand dat medewerkers snel weer de fout ingaan bij het opdrijven van de dieren.
Extern toezicht ontbreekt
Onduidelijk is of de camerabeelden van het slachthuis nu wel gecontroleerd zullen worden. En als het mogelijk is om één inspecteur om de tuin te leiden, dan lukt dat vast ook bij twee inspecteurs. Er is pas sprake van onafhankelijk toezicht als de beelden buiten het slachthuis worden bekeken. Varkens in Nood pleit voor deze regeling bij alle slachthuizen.
Als veearts werkte ik 7 jaar lang tussen de varkens in de intensieve veehouderij. Ik werd daar dagelijks geconfronteerd met misstanden en schrijnend dierenleed. Toen ik inzag dat ik als veearts te weinig kon doen voor de varkens maakte ik de overstap naar Varkens in Nood. Nu ben ik directeur van dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht en probeer ik als actievoerder het welzijn van miljoenen varkens in Nederland te verbeteren.