‘Maar ja, wat kan ík eraan doen?’

Mishandelingen in slachthuizen, stroomstoten tijdens transporten, massale ruimingen, stalbranden; zomaar een greep uit de vele gruwelijke berichten in het nieuws. Afschuwelijk! roepen we allemaal bij beelden en berichten van misstanden in de vee-industrie. Dat zou verboden moeten worden! Maar ja, wat kan ik eraan doen?

We vinden het allemaal al jarenlang vreselijk en we spreken er schande van maar ondertussen floreert de vee-industrie nog steeds. Dat is veelzeggend; de vleeslobby is machtig en de industrie houdt veel leed verborgen. Als we echt een einde willen maken aan het dierenleed in de vee-industrie dan is er meer nodig dan het luidkeels uiten van onze verontwaardiging. Ga eens bij jezelf te rade; waar begint en eindigt je betrokkenheid?

Onzichtbaar leed zichtbaar maken

Veel van ons werk bestaat uit het zichtbaar maken van onzichtbaar dierenleed. Mishandelingen in slachthuizen, stroomstoten tijdens transport, het afbranden van biggenstaartjes…  

Het gaat vaak om gruwelijke gebeurtenissen. Handelingen die in de sector bekend zijn en door veel veehouders ook als normaal worden gezien. Als we deze onderwerpen in de openbaarheid krijgen, dan is de ophef altijd groot. Geschokte reacties op tv, bekende Nederlanders die zich uitspreken, burgers vol walging, Kamervragen, petities. Volkomen terecht natuurlijk want de mishandeling van dieren is niet normaal. Nooit.

Is dit het radeloze varken?

Maar daarna gebeurt er iets vreemds. Dan gaat de storm weer liggen. Het mishandelde dier verdwijnt weer geruisloos in de coulissen. Verwerkt tot biefstuk of rollade. Is dit het radeloze varken dat we net nog zagen lijden? Is dit die koe die van stress door haar hoeven zakte en ons vragend in de ogen keek? Was dit het hulpbehoevende dier dat ons diervriendelijke hart zo heftig in beroering bracht?

Vast niet, zijn we geneigd te denken. Dit is iets anders. Een anoniem product, netjes en steriel verpakt, uit de fabriek. Elke associatie tussen het aangrijpende beeld van het angstige dier en het product dat wij kopen, lijkt te verdwijnen in de supermarkt.

Wat kun je doen?

Dat leed is natuurlijk niet verdwenen als je het niet meer ziet, maar de industrie helpt je om er niet meer aan te denken. Met blije dieren op de verpakking, vrolijke kreten, positieve berichten. Maak je maar geen zorgen, is de boodschap, het valt heus wel mee. Eet maar lekker vlees!

Maar wat kun je doen als je die beelden niet kunt of wilt vergeten en je met de gruwelijkheden van de vee-industrie in je maag blijft zitten? In alle eerlijkheid is er maar één ding dat echt verschil maakt. En waarschijnlijk weet je heel goed wat dat is.

De oorsprong van het probleem ligt bij onszelf

Want ja, het is belangrijk om een petitie te tekenen. Het is belangrijk om kwaad te worden op transporteurs die varkens mishandelen met stroomstoten. Om je op te winden over een lakse overheid. Maar, de oorsprong van het probleem ligt bij onszelf.

We leven in een maatschappij die varkens, kippen en kalfjes ziet als producten. Niet als dieren om een warme relatie mee aan te gaan, maar als goedkope voeding waar je lekker aan kunt verdienen. De massaproductie van goedkope voedingsmiddelen laat weinig ruimte voor respect en liefde. Hoe graag we dat ook willen geloven.

Dus…

Het enige dat je écht kunt doen tegen het dierenleed in de veehouderij is de keuze om daar zelf niet meer aan bij te dragen. Als je overstapt op plantaardige voeding dan zal er nooit meer een dier lijden door jouw keuzes.

Het is misschien onwennig en een flinke stap, vooral als je dagelijks vlees eet. Maar het is tegelijkertijd ook eenvoudig en enorm bevrijdend. Want, wees eerlijk; hoe lang wil je je nog schuldig voelen bij het zien van nieuwsberichten over dierenleed in de vee-industrie? Hoe lang kun je jezelf nog wijsmaken dat dit incidenten zijn? Hoe vaak kun je nog geconfronteerd worden met deze ellende en toch doorgaan met je gewoonte?

Durf het te proberen en zie je eigen ongemak onder ogen. Neem een besluit waar de dieren én je eigen geweten blij mee zullen zijn – stop met het eten van dieren.

Frederieke Schouten

Als veearts werkte ik 7 jaar lang tussen de varkens in de intensieve veehouderij. Ik werd daar dagelijks geconfronteerd met misstanden en schrijnend dierenleed. Toen ik inzag dat ik als veearts te weinig kon doen voor de varkens maakte ik de overstap naar Varkens in Nood. Nu ben ik directeur van dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht en probeer ik als actievoerder het welzijn van miljoenen varkens in Nederland te verbeteren.