De intensieve varkenshouderij doet niet aan zomervakantie. Het gesleep met varkens naar slachthuizen gaat gewoon door. Op warme dagen worden tienduizenden varkens opgesloten in bloedhete vrachtwagens. Een nachtmerrie, want varkens zijn bijzonder gevoelig voor warmte. Toch worden ze in Nederland niet beschermd tegen de hitte tijdens transport.
Varkens kunnen niet zweten
Varkens hebben juist extra bescherming nodig bij hoge temperaturen. In tegenstelling tot veel andere zoogdieren kunnen varkens niet zweten om af te koelen. Onder natuurlijke omstandigheden drinken varkens die het heet hebben veel water, zoeken ze een rustige plekje in de schaduw, óf nemen een duik in een modderbad. Maar in een overvolle veewagen kunnen ze niet ontsnappen aan de hitte. Hijgen en zo stil mogelijk liggen is de enige manier om de warmte te beperken.
Hoe warm is te warm?
Het formaat van het varken speelt een grote rol bij oververhitting. Een groter varken krijgt het sneller te warm. De meeste varkens die naar de slacht gaan, wegen rond de 100 kilo. Deze varkens krijgen al vanaf 22 graden Celsius last van de hitte. Ze hebben het heet en worden slomer. Loopt de temperatuur op tot 25 graden of hoger? Dan krijgen de varkens te maken met ernstige oververhitting. Ze gaan hijgen, kwijlen en trillen. Als ze niet kunnen afkoelen, kunnen varkens doodgaan door de hitte.
Afkoelen onmogelijk tijdens transport
Hoewel varkens het in de stal ook warm krijgen, kunnen ze daar in ieder geval rustig liggen en water drinken.Tijdens transport is het voor varkens onmogelijk om af te koelen. In plaats van rusten in de schaduw worden de varkens hardhandig opgejaagd naar een vrachtwagen. In de wagen loopt de temperatuur hoog op, is er nauwelijks ruimte en geen drinkwater. Regelmatig bezwijken varkens van de hitte nog voordat ze het slachthuis bereiken. Pas vanaf 35 °C is het in Nederland verboden om levende dieren te vervoeren. Dat is voor varkens veel te laat.
Wil jij ook een einde aan het vervoeren van oververhitte varkens? Teken de brandbrief!
Als bioloog voerde ik vijf jaar lang wetenschappelijk onderzoek uit naar het gedrag en welzijn van varkens in de intensieve varkenshouderij. Dit werk bracht me oog in oog met het dierenleed dat zich op varkensbedrijven afspeelt. Varkens worden behandeld als producten en niet als de slimme, nieuwsgierige levende wezens die ze zijn. Dit wil ik veranderen. Bij Varkens in Nood zet ik me daarom in voor de miljoenen varkens in de Nederlandse vleesindustrie.