Al sinds 2015 brengen we het consequent onder de aandacht van de NVWA: de lucht in veel varkensstallen is zo slecht dat 50 procent van de varkens chronisch longproblemen heeft. De NVWA neemt het probleem nu ook serieus en gaat deze wetsovertreding vanaf 2018 aanpakken.
Fantastisch nieuws en een groot succes voor Varkens in Nood! Vandaag brengt de NVWA in een persbericht naar buiten dat vanaf januari 2018 het stalklimaat in varkensstallen de volle aandacht krijgt. Eindelijk! Uit een eerste pilot van de NVWA blijkt dat 25 tot 30 procent van de stallen nu niet voldoet. Als je dat omrekent, zal bij strikte handhaving het leven van zo'n 7 miljoen varkens per jaar sterk verbeteren. Mogelijk verdwijnt hierdoor één van de 120 misstanden in de varkenshouderij.
Wet
In de wet staat dat het stalklimaat niet schadelijk mag zijn voor de dieren. Toch weten we al jaren dat de lucht vaak zo slecht is dat de varkens er ziek van worden. Sinds de komst van de luchtwasser is dat zelfs nog verergerd, veel varkenshouders ventileren onvoldoende om te besparen op de hoge energiekosten. Toch werd er jarenlang niet gehandhaafd op stalklimaat. Het probleem? Er waren geen normen. De wet bevat een zogenaamde 'open norm': de lucht mag niet schadelijk zijn. Maar wie bepaalt wat schadelijk is? Hoe meet je slechte lucht? Wanneer leg je een boete op?
Verzoek tot handhaving
In oktober 2015 dienden wij bij de NVWA een officieel verzoek in om te gaan handhaven. De normen voor handhaving moesten hoognodig vastgesteld worden en wie kan dat beter doen dan de NVWA zelf? Er zijn naar onze mening voldoende onderzoeken die aantonen wanneer er sprake is van een ongezond stalklimaat. Zo zijn te hoge gehaltes aan ammoniak (meer dan 20 ppm) en CO2 een duidelijke aanwijzing. Aan de varkens zelf kun je ook zien dat het mis is: rode tranende ogen zijn een duidelijk signaal dat de luchtkwaliteit ongezond voor ze is. Ook orenbijten is een duidelijke aanwijzing.
Onderzoek Wageningen University & Research
In navolging van ons handhavingsverzoek zijn wij uitgenodigd om te komen praten met de NVWA. In de afgelopen twee jaar zijn wij steeds blijven hameren op het belang van controles op schone lucht om zo de levensomstandigheden van varkens te verbeteren. En met succes! De NVWA is het met ons eens dat het probleem aangepakt moet worden, de organisatie heeft nu de normen vastgesteld waar het stalklimaat aan moet voldoen. Het ministerie gaf onderzoekers van Wageningen University & Research de opdracht om een protocol op te stellen, dat de NVWA-inspecteurs in de stal kunnen uitvoeren. Dat protocol is vorig jaar opgeleverd en na een proefperiode kan het nu worden ingezet in alle stallen. Bijzonder goed nieuws voor de varkens!
Pilot
En dat komt geen moment te vroeg! In de winter is het klimaat in varkensstallen nog ongezonder dan in de zomer, omdat er nu minimaal geventileerd wordt vanwege de kou. En uit een pilot in varkensstallen bleek maar weer de grote noodzaak om iets aan de slechte stallucht te doen: bij vleesvarkens werd in 30 procent van de gevallen de ammoniakwaarde overschreden, bij jonge biggen in 25 procent van de gemeten hokken. In 13,5 procent van de hokken hadden biggen door de slechte stallucht aan elkaars oren gebeten. Bij 20 procent van de metingen in vleesvarkens hadden de dieren last van geirriteerde ogen. Het lijkt dus aannemenlijk dat de wet in 20 tot 30 procent van de varkensstallen wordt overtreden.
Arme dieren
Het is nauwelijks voor te stellen hoeveel miljoenen varkens in Nederland er dag in dag uit te lijden hebben onder de ongezonde omstandigheden waarin ze moeten leven. Mensen die korte tijd doorbrengen in een varkensstal met slechte lucht merken dat vaak direct aan hun longen. De slijmvliezen van varkens zijn net zo gevoelig als die van ons. Biggen vermijden het liefst ammoniakconcentraties van 6 ppm, maar in de stallen worden regelmatig waardes van 20 ppm gemeten. Zelfs waardes van 40 ppm zijn geen uitzondering. Pijnlijke ogen, longontsteking, orenbijten en andere klachten zijn het gevolg.
Het is een zegen voor de Nederlandse varkens dat de NVWA hiertegen in actie komt. Het probleem zal hierdoor niet morgen opgelost zijn, maar de eerste grote stappen worden gezet. De varkenshouderij zal maatregelen moeten gaan treffen als ze boetes willen voorkomen.
Dit is het persbericht dat de NVWA vandaag verstuurt:
NVWA controleert stalklimaat varkens
Inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) starten in januari 2018 met inspecties om te controleren of het klimaat in varkensstallen niet schadelijk is voor de dieren. Inspecteurs maken bij deze inspecties voor het eerst gebruik van 5 kenmerken van een goed stalklimaat.
De temperatuur en de luchtkwaliteit in varkensstallen is belangrijk voor het welzijn en de gezondheid van de dieren. Het stalklimaat beïnvloedt de groei en ontwikkeling van varkens. Daarnaast zorgt een goed stalklimaat er ook voor dat varkens minder in elkaars staart en oren bijten. Ook voor de gezondheid van varkenshouders en mensen die in varkensstallen aan het werk zijn is een goed stalklimaat belangrijk.
Kenmerken goed stalklimaat
In het Besluit houders van dieren staat dat het stalklimaat niet schadelijk mag zijn voor het dier. Varkenshouders mogen zelf bepalen hoe zij voor een goed stalklimaat zorgen. Om varkenshouders en inspecteurs die het stalklimaat moeten controleren hierbij handvatten te bieden, heeft Wageningen Livestock Research 5 kenmerken benoemd die een indicatie geven of het stalklimaat schadelijk is of niet. Dit zijn:
- concentraties koolstofdioxide (CO2) en ammoniak (NH3) in de lucht
- mate van roodheid en/of bevuiling in de ogen
- mate van oorbijten
- mate van staartbijten
- mate van bevuiling van de dieren
Inspecteurs van de NVWA kijken naar deze vijf kenmerken om het stalklimaat van varkensstallen te controleren. Als bij inspectie blijkt dat het stalklimaat niet in orde is, moet de varkenshouder maatregelen nemen om het stalklimaat te verbeteren en kan de NVWA bestuursrechtelijk of strafrechtelijk optreden.
Meer informatie is te vinden op de site van de NVWA.
Als veearts werkte ik 7 jaar lang tussen de varkens in de intensieve veehouderij. Ik werd daar dagelijks geconfronteerd met misstanden en schrijnend dierenleed. Toen ik inzag dat ik als veearts te weinig kon doen voor de varkens maakte ik de overstap naar Varkens in Nood. Nu ben ik directeur van dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht en probeer ik als actievoerder het welzijn van miljoenen varkens in Nederland te verbeteren.