Deze column verscheen eerder op Follow the Money.
Sinds de jaren vijftig is het aantal varkens met een factor van bijna zeven gestegen, maar het aantal varkenshouders met een factor 75 gedaald. Hans Baaij bericht hoe de sector er momenteel voorstaat.
Leeftijd
Hoeveel varkens zijn er eigenlijk in Nederland? Die vraag is best lastig te beantwoorden. Als je alle varkens nú zou optellen, dan kom je uit op zo’n 12 miljoen. Varkens kunnen, als ze niet geslacht worden, dezelfde leeftijd bereiken als honden, circa 15 jaar, maar een mestvarken leeft maar zes maanden. Per jaar gaat het dus om veel meer dan 12 miljoen varkens.
Sterfgevallen
In Nederland leven dus op enig moment zo’n 12 miljoen varkens, maar er worden zo’n 30 miljoen biggen per jaar geboren. Zeker vijf miljoen biggetjes worden doodgeboren of sterven in de eerste levensweken. Ook sterven er jaarlijks zo’n 550.000 volwassen dieren op de boerderij. Deze cijfers zijn afkomstig van Rendac, de geprivatiseerde kadaverophaaldienst en tot voor kort een dochter van VION.
Jaarlijks publiceerde Rendac met enige trots het grote aantal opgehaalde kadavers in het jaarverslag. Dat hield op toenVarkens in Nood deze cijfers in 2011 via de media naar buiten bracht. Sindsdien worden de aantallen kadavers angstvallig geheim gehouden, want ze vormen niet echt reclame voor de vleesindustrie.
Levend in kadaverton
Over het doodgaan van de dieren (in de varkenssector heet dat ‘uitval’) valt nog het volgende te zeggen: een deel van de dieren wordt dood geboren, een deel gaat uit zichzelf dood (crepeert), een ander deel wordt doodgeslagen, wat in principe humaner is, wanneer het dier in één klap gedood wordt, maar dat gaat niet altijd goed; in 2009 publiceerde Varkens in Nood beelden van een nog levend biggetje in een kadaverton…
https://www.youtube.com/watch?v=FiWEpMZ3Lk4
Na aftrek van bijna 6 miljoen sterfgevallen resteren 24 miljoen biggen en varkens. Van die 24 miljoen worden 6 tot 7 miljoen biggen al op jonge leeftijd, als ze zo’n tien weken oud zijn en 25 kilo wegen, geëxporteerd. Deze biggen worden vooral naar Duitsland en België geëxporteerd, maar ook naar Spanje en Polen, om daar verder gemest te worden. Het zijn dus vooral de jonge dieren die de lange en vaak barre reizen naar verre landen maken. Dieren die in de natuur nog bij de moeder zouden leven. Nederland levert dit soort jonge mestvarkens aan die landen voor zodanig lage prijzen dat het goedkoper is ze te importeren dan ze zelf te fokken. Er passen zo’n 650 biggen op een vrachtwagen, maar door illegaal bijladen wordt dit soms opgevoerd tot 900. Niet alle biggen overleven de reis, maar die verliespost is ingecalculeerd. De biggen van 25 kilo leveren de boer zo’n 50 euro per stuk op; de totale export bedraagt derhalve iets van 300 miljoen euro per jaar. Na aftrek van de export van 7 miljoen levende biggen resteren 18 miljoen varkens. Er worden 3 tot 4 miljoen slachtvarkens van circa 115 kg geëxporteerd. Verreweg de meeste varkens worden net over de grens in Duitsland geslacht bij Tönnies en Westfleisch, grote concurrenten van Nederlands grootste varkensslachterij VION. Een slachtvarken van 115 kg levert de boer zo’n 150 euro op. De opbrengst voor de Nederlandse varkensboeren bedraagt zo’n 500 miljoen euro per jaar. Na aftrek van de export van 4 miljoen levende slachtvarkens resteren 14 miljoen varkens. Van de overige 14 miljoen dieren, worden ongeveer 8 miljoen varkens van 115 kg in Nederland geslacht en als varkensvlees geëxporteerd. We eten zelf circa 6 miljoen varkens per jaar. De in Nederland geslachte varkens levert de Nederlandse boer ruim 2 miljard euro per jaar op. ‘Alleen de knor wordt niet gebruikt’, noemde Yvonne Kroonenberg haar indringende verslag van haar onderzoek naar alle geledingen van de varkenssector, dat in 2009 verscheen. Dát is het enige deel van het varken dat niet te gelde wordt gemaakt.
https://www.youtube.com/watch?v=6aN4M5T8YI4
12 miljoen varkens. Rekening houdend met uitval, aantallen geboorten en slachtleeftijd, zijn er dus op enig moment 12 miljoen varkens tegelijk in Nederland. De varkensboeren genereren door de export en slacht van circa 24 miljoen dieren een omzet van zo’n drie miljard euro per jaar. Daar staan enorme maatschappelijke kosten tegenover in de vorm van vervuiling door mest, ziekmakende resistente bacteriën, klimaatverandering en verlies aan natuur door de productie van veevoer, emissies van ammoniak, zware metalen en uitgescheiden medicijnen en zeer matig dierenwelzijn voor miljoenen dieren.
Aantallen varkensboeren
Sinds de jaren vijftig is de productie van varkensvlees gestegen van 240 miljoen naar bijna 2 miljard kilo in 2011. Het aantal varkens nam met meer dan zeven maal toe. De laatste decennia is het aantal varkens overigens redelijk stabiel, maar dat geldt niet voor het aantal boerenbedrijven waar varkens gehouden worden. Toen Varkens in Nood in 1997 werd opgericht waren dit er 24.000. Anno 2013 zijn dat er nog maar 3.700 . Volgens een enquête van Erik Franca van Balansbal uit Gemert (Boerderij 15-12-105) zijn nog eens 1.600 varkenshouders van plan vóór 2020 te stoppen. Binnen vijf jaar zijn er dan nog maar 2.000 varkensboeren over en die hebben ieder gemiddeld 6.000 varkens op stal. Dat is minder dan twee procent van de 270.000 varkensboeren die er in de jaren vijftig nog waren. Die haddengemiddeld zeven varkens.