Albert Heijn: de keizer Nero van de vleesindustrie

Deze column verscheen eerder op FTM.nl.

Supermarkt Albert Heijn staat bovenaan de voedselketen en gedraagt zich volgens columnist Hans Baaij als een wrede keizer. 'De duim van Albert Heijn wordt niet gestuurd door ethiek maar door eigenbelang'.

Een tragische gebeurtenis in het leven van elk mannelijk biggetje is de castratie. Om aan de inkoopeisen van onze supermarkten te voldoen castreerde tot 2010 vrijwel iedere boer zijn biggen. Voor de Nederlandse markt betekende dat alleen al 6,6 miljoen castraties en 13,2 miljoen balletjes. Balletjes die overigens niet verloren gaan, maar als voer dienen voor de andere varkens. Vanwege het ijzingwekkende gekrijs van de biggen tijdens de castratie verplicht de Arbowet de varkensboeren gehoorbeschermers te dragen bij het castreren. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ook de meeste varkensboeren een hekel aan dit werk hadden, misschien met uitzondering van CDA Kamerlid Annie Schreijer-Pierik die ooit pochte dat ze wel 100 biggen per uur kon castreren.

Brandende longen

Castratie is pijnlijk: de huid wordt ingesneden, de testikels worden naar buiten gebracht en de zaadstrengen doorgesneden of uitgetrokken. Pas gecastreerde biggen zijn minder actief, beven soms dagenlang van de pijn en stress en zijn daarna vaker ziek en groeien minder snel. Vanaf januari 2009 werd er door een convenant voor de Nederlandse markt alleen nog verdoofd gecastreerd. Deelnemers aan het Convenant van Noordwijk (plus link) waren o.a. de varkenssectie van LTO Nederland, de supermarkten verenigd in het CBL en de Dierenbescherming. Zij besloten dat de verdoving van de biggen plaats moest vinden met koolzuurgas. Varkens in Nood distantieerde zich van het convenant, want dat wilde een volledig einde aan het castreren. Een verdoofde castratie brengt namelijk nog steeds veel ellende met zich mee. Op ons kantoor wilden we zelf de proef op de som nemen hoe een big de verdoving ervaart. Via de dierenarts Hans Nieuwendijk kregen wij de beschikking over de zogeheten “pig sleeper”, het verdovingsapparaat waarmee biggen bewusteloos worden gemaakt voordat ze gecastreerd worden. De proefpersonen ervoeren het verdovingsgas als volstrekt ondraaglijk. Onze longen leken wel te branden, alsof er een plens cola in was gegoten. Niet alleen hadden we last van brandende longen, het gevoel te stikken ontstond ook al na één of twee keer het gas ingeademd te hebben. Biggen moeten dit veel langer doorstaan, namelijk tot bewusteloosheid. NB Anders dan de meeste mensen denken, ontstaat het gevoel dat je geen lucht meer kunt krijgen niet door een tekort aan zuurstof, maar door een te hoge concentratie koolzuur. Op ons verzoek aan de deelnemers van het convenant zelfs eens te proberen wat ze voorschrijven bij die kleine biggen, al zouden ze het gas maar één keer inademen, kregen we nul respons, behalve de opmerking dat we flauw bezig waren.

Spookdiscussie

De reden om de mannelijke biggen (beren) te castreren is dat berenvlees bij verhitting, in de pan van de consument, in sommige gevallen geweldig kan stinken. Het schijnt dat als je berengeur eenmaal geroken hebt, de lust in varkensvlees je voor weken, misschien wel voor maanden vergaat. Schijnt, want aangezien varkens al 60 jaar gecastreerd worden, kunnen alleen heel oude mensen zich de berengeur nog herinneren. Het enige onderzoek naar berengeur uit Zwitserland concludeerde dat de waardering door consumenten van geur en smaak voor “berig” en gecastreerd varkensvlees nauwelijks verschilde. Het leek wel een spookdiscussie over een fenomeen waar niemand ervaring mee had.

Probleem opgelost!

Hoe dan ook, Nederlandse (en vele buitenlandse) supermarkten eisten (de facto) via hun inkoopvoorwaarden dat de biggen gecastreerd werden, met één uitzondering: COOP was een supermarkt die al vanaf 2007 vlees van niet gecastreerde varkens verkocht en geen enkele klant die het had gemerkt. Hun leverancier van varkensvlees, slachterij Westfort in Gorinchem, kreeg varkensvlees van boeren die niet meer castreerden en had de geniale oplossing bedacht om aan het einde van de slachtlijn een medewerker het vlees te laten testen. Deze menselijke ruiker snijdt van ieder karkas een klein stukje nekvlees af, verhit dit even en ruikt of het stinkt. Bij ruim 1% van de beren werd inderdaad berengeur geconstateerd. Die karkassen werden gekookt, waardoor de berengeur verdween en vervolgens werd het vlees ingeblikt en verkocht. Probleem opgelost! 

Decennia gepraat, ingewikkelde en dure oplossingen met elektronische sensoren, genetische selectie, allemaal opgelost door een mannetje aan de slachtlijn dat alle stinkers eruithaalt. Na enige druk van Varkens in Nood volgden Super de Boer, Lidl, Aldi en Jumbo het goede voorbeeld van COOP. Verdoven was niet meer nodig want castreren hoefde niet meer. Varkensvoorzitter Annechien ten Have van LTO Nederland zag haar convenant langzaam maar zeker in rook opgaan en noemde de acties van Varkens in Nood een dolkstoot in de rug. Albert Heijn, C1000 en diverse andere supers weigerden pertinent hun inkoopvoorwaarden aan te passen. Albert Heijn beweerde de ene keer te groot te zijn (want de hoeveelheden de hoeveelheden ongecastreerd varkensvlees die zij afnamen zouden niet te krijgen zijn) en vervolgens weer te klein (want ze zouden de macht niet hebben om ongecastreerd varkensvlees bij de sector af te dwingen) en vreesde voor duizenden, zo niet honderdduizenden klachten van consumenten per jaar als er niet meer gecastreerd werd. Vanwege deze weigering werden Albert Heijn en C1000 door Varkens in Nood gedagvaard. De advocaten verdedigden het beleid van AH en C1000 door te stellen dat niet zij castreerden, maar de varkensboeren. Het argument dat de varkensboeren wel moesten castreren omdat ze anders hun vlees niet kwijt konden, maakte geen indruk. Wij castreren niet, dus ons dagvaarden is alleen maar een publicitaire truc, aldus AH en C1000. Het advocatenkantoor Alan & Overy voerde namens de supers ook nog de volgende juridische argumenten aan:

  • Dieren hebben geen subjectieve rechten en zijn civielrechtelijk een zaak; aantasting van rechten van dieren is derhalve niet mogelijk.
  • Ook kan niet worden gezegd dat een menselijk handelen tegenover een dier in strijd is met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt. Het maatschappelijk verkeer is immers het verkeer tussen mensen en rechtspersonen, niet tussen mensen en dieren. De goede zeden en de moraal zijn in het burgerlijk recht slechts relevant voor zover ze betrekking hebben op het onderling menselijk verkeer
  • Niet kan worden gezegd dat thans reeds een ongeschreven, door de burgerlijk rechter te handhaven rechtsnorm bestaat volgens welke aan het dier een “respect” toekomt.

Na ongeveer vier volle ordners juridisch getouwtrek maakte Albert Heijn een week voor de zitting voor de rechtbank Haarlem een deal met de Dierenbescherming bekend en paste zijn inkoopvoorwaarden aan. Zo voorkwam AH gezichtsverlies. Albert Heijn liet C1000, waarmee het tot dan toe mee was opgetrokken tegen Varkens in Nood, als een baksteen vallen en C1000 kon niet anders dan een paar dagen later ook instemmen met een castratiestop.

Ruikers aan de slachtlijn

Daarna ging het snel: binnen een paar maanden gingen alle andere supers overstag, binnen iets van 12 maanden was het onmogelijke gelukt: voor de Nederlandse markt werd nauwelijks nog gecastreerd. Alle slachterijen hebben menselijke “ruikers” aan de slachtlijn staan. De honderdduizenden klachten zijn er niet geweest; het varkensvlees etende publiek is deze revolutie geheel ontgaan. Het voordeel voor de varkensboeren en de biggen is evident: minder arbeidskosten, de biggen hebben een betere voerconversie (voer per kilo vlees). Omdat ze minder voer gebruiken, is er ook minder mest en zijn de kosten van mestverwerking een stuk lager. De biggen zijn levendiger en gezonder en hebben minder medicijnen nodig. Ook dat scheelt geld. Varkenshouder Dekker in Nijkerk constateerde dat door niet te castreren de voerconversie van zijn varkens daalde van 2,7 naar 2,4. Dat scheelt 30 kilo voer per afgeleverd slachtvarken en in zijn geval € 75.000 minder aan voer per jaar. Inmiddels is dat voordeel al lang weer ingepikt door de supermarkten, maar dit terzijde. De castratiestop is de laatste jaren ook aan het uitwaaieren naar onze buurlanden, zodat op dit moment 20 miljoen beren per jaar niet meer gecastreerd worden. De Nederlandse boeren zijn tevreden. Zo tevreden dat Annechien ten Have het Nederlandse succes wil exporteren naar de rest van Europa. Aan het Reformatorisch Dagblad vertelde ze dat vol enthousiasme dat ze als een zendingswerker Europa in wil gaan om het stoppen met castreren van biggen te bepleiten. Andere EU landen moeten het voorbeeld van Nederland volgen en niet meer zo bang zijn voor een beetje berengeur, aldus Annechien. 

Het was natuurlijk allang bekend, maar deze kwestie maakt nog eens heel duidelijk dat de retail bepaalt wat er verkocht wordt in Nederland en aan welke eisen de producten moeten voldoen. De retail bepaalt dus ook voor een belangrijk deel het dierenwelzijn in de stallen. Keer op keer laat marktleider Albert Heijn het bij dierenwelzijn evenwel afweten, bijvoorbeeld bij de plofkippen. Het gevolg is dat ook andere supermarkten de noodzaak tot innovatie niet voelen. Het castreren van biggen was al decennia een hoofdpijndossier en was binnen no time opgelost toen de supermarkten hun inkoopeisen aanpasten. Zoals Aldi het verwoordde: Wij hebben het thema castratie indringend met onze leveranciers besproken. En dan gaat het snel. Supermarkten zijn de regisseur van de keten en bepalen de kwaliteit van leven van honderden miljoenen dieren. Marktleider AH is als Keizer Nero: duim omhoog of duim omlaag bepaalt het dierenwelzijn van honderden miljoenen dieren per jaar. Helaas is de duim van AH vrijwel altijd omlaag en wordt het duimgebeuren niet gestuurd door ethiek, maar uitsluitend door eigenbelang.