Waar heb ik het eigenlijk over? Jade heeft 6 prachtige biggen aan haar spenen liggen. Twee waren dood met de nageboorte meegekomen. Acht stuks dus eigenlijk voor de statistieken. Ik ben verguld met het zestal. Maar waar heb ik het eigenlijk over? Per week worden er in ons land ruim een half miljoen biggen geboren. Ongelooflijk aantal, he? De uitval is tien procent, dus dat betekent ongeveer vijftigduizend dode biggen per week. Daar zitten die twee van Jade dan bij deze week……
Waar heb ik het eigenlijk over? Als ik mijn vreugde over een nieuwe toom biggen laat blijken aan een buurman varkenshouder kijkt hij mij meewarig aan. Waarom ik dit schrijf? Ik besef dat ik het prettig vind om kleinschalig te zijn. De varkens hebben hier een identiteit. Zij zijn welkom zoals ze zijn. Ik begrijp mijn buurman wel met zijn duizenden varkens: dan vlakken je emoties af. Dan kun je niet stil staan bij een mooi moment of een dode big. Daar is geen tijd en geen gevoel voor. Daarom wil ik de bioindustrie niet, want het is de opstap naar het zien van dieren als dingen. En met dingen hoef je geen rekening te houden. Met alle gevolgen van dien. Aan de andere kant komt bij mij tegenspoed met de varkens harder aan. Het is hier geen roze wolk en dat is best eens afzien of een slechte nacht slapen.
Terwijl ik dit sta te overdenken, hoor ik het bekende geluid van een zogende zeug. Een apart, hoog geluidje. Een ritmisch deuntje. De nieuw boorlingen duwen tegen haar spenen: honger. Na een paar minuten zet ze dit typische geluid in. Het teken dat ze de melk laat schieten. Het duurt pakweg een halve minuut. Daarna blijven de biggen lekker liggen en vallen in slaap met een speen in hun bekkie.
Diana Saaman
Natuurlijke varkenshouderij Frank en Frij