Kraamkooi veroorzaakt dierenleed bij zeugen en biggen

In de Nederlandse varkenshouderij worden zeugen na iedere zwangerschap opgesloten in een krappe kraamkooi. Wekenlang kunnen ze nauwelijks bewegen, laat staan hun natuurlijke moedergedrag uiten. Nieuw onderzoek toont aan dat deze praktijk niet alleen voor de zeug verschrikkelijk is, ook haar biggen lijden eronder.

Zeug wordt opgesloten

Vrijwel alle varkenshouders in Nederland gebruiken kraamkooien. Een zwangere zeug wordt een paar dagen voor de bevalling klemgezet tussen metalen stangen. Daar blijft ze tot de biggen zo’n vier tot vijf weken later gespeend worden en het kraamhok verlaten. De kraamkooi is een bron van stress en frustratie voor de zeug. In de kooi kan ze zich niet eens omdraaien. Ze kan geen nest bouwen en nauwelijks contact maken met haar biggen.

Kraamkooi maakt moedergedrag onmogelijk

Kraamkooien zijn zogenaamd nodig om jonge biggen te beschermen tegen de zeug. De zeug staat met haar biggen in een klein hok. In de natuur krijgt een zeug 4 tot 7 biggen per zwangerschap met een maximum van 12 stuks. In de intensieve veehouderij zijn zeugen zo doorgefokt dat ze gemiddeld 30 biggen per keer krijgen. Door dat hoge aantal biggen in combinatie met de te kleine ruimte van de stal kan het wel eens misgaan. De zeug weegt al snel meer dan 200 kilo en er is soms te weinig ruimte voor de biggen om op tijd aan de kant te gaan. Door de zeug op te sluiten in een kraamkooi krijgen de biggen meer plek om haar te ontwijken. Een uiterst dieronvriendelijke oplossing voor een probleem waar de zeug niets aan kan doen. Zij heeft juist een sterk moederinstinct om goed voor haar biggen te zorgen. Dit gedrag kan ze door de kraamkooi niet meer uitvoeren. 

Ook biggen lijden door kraamkooi

Het opsluiten van moedervarkens is ook voor de biggen schadelijk. In een nieuwe wetenschappelijke studie is het effect van de kraamkooi op het gedrag van biggen onderzocht. En wat blijkt? Biggen waarvan de moeder opgesloten staat, gedragen zich anders dan biggen waarvan de moeder na een paar dagen vrij in het hok mag rondlopen. Ze spelen minder met elkaar, terwijl speelgedrag juist een belangrijke aanwijzing is van goed welzijn. In plaats van te spelen, gedragen de biggen met een opgesloten moeder zich agressiever: ze vechten en bijten meer.

Het onderzoek bevestigde ook weer dat zeugen in de kraamkooi nauwelijks moedergedrag kunnen vertonen. Zo laten de opgesloten zeugen hun biggen minder vaak melk drinken en vertonen ze minder sociaal gedrag bij de biggen. Zeugen die vrij rondlopen maken juist vaak contact met hun biggen door aan ze te snuffelen en ze voorzichtig aan te raken met hun snuit.

Stop de kooien

In een kooi kan een zeug geen moeder zijn. Hierdoor kunnen haar biggen niet opgroeien tot vrolijke, sociale varkens. Wil je op de hoogte blijven van onze strijd tegen kraamkooien? Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Sanne Roelofs

Als bioloog voerde ik vijf jaar lang wetenschappelijk onderzoek uit naar het gedrag en welzijn van varkens in de intensieve varkenshouderij. Dit werk bracht me oog in oog met het dierenleed dat zich op varkensbedrijven afspeelt. Varkens worden behandeld als producten en niet als de slimme, nieuwsgierige levende wezens die ze zijn. Dit wil ik veranderen. Bij Varkens in Nood zet ik me daarom in voor de miljoenen varkens in de Nederlandse vleesindustrie.