Enkele tienduizenden mensen zetten afgelopen maand hun handtekening onder een petitie van Varkens in Nood tegen het afbranden van biggenstaarten. Deze praktijk is immers al 25 jaar verboden, maar is nog altijd aan de orde van de dag.
Onze campagne maakte aardig wat los: het leidde tot veel media-aandacht, en de SP, de PvdA en de PvdD stelden Kamervragen. Daar heeft staatssecretaris Van Dam nu op gereageerd, op een manier die je teleurstellend zou noemen – als het niet zo voorspelbaar was geweest.
Zijn opmerkingen: 1. het verbod op couperen hangt af van wat de rest van de EU doet. 2. Door de sector wordt onderzoek gedaan. En 3. We hebben tijd nodig om verantwoord te kunnen stoppen.
Varkens in Nood is er voorstander van om met het couperen meteen deze staatssecretaris voor landbouw af te schaffen.
Dit zijn in essentie dezelfde antwoorden die de bewindslieden vanaf Van Aartsen (1997) via Bronkhorst, Veerman, Verburg, Dijksma en dus nu Van Dam (2016) standaard op Kamervragen gaven. In het kort: we moeten niet voorop lopen in de EU, de markt moet zijn werk doen en we werken er aan.
Nietszeggend
Het uitgebreide rapport van Varkens in Nood wordt genegeerd, net als de varkensboeren in Nederland en het buitenland die het wél lukt om niet te couperen.
Varkens in Nood is er daarom voorstander van om met het couperen meteen deze staatssecretaris voor landbouw af te schaffen. De nietszeggende antwoorden die hij in opdracht van zijn ambtenaren oplepelt, helpen immers niemand een steek verder. Behalve weer een tijdje rust op het ministerie.
