De biggensterfte is al jaren hoog en ondanks alle toezeggingen door de varkenssector en de politiek blijven er ieder jaar meer biggetjes doodgaan. Het is een drama, dat grotendeels het gevolg is van hoe wij dieren fokken: steeds hogere productie, steeds meer biggen, steeds zwakkere biggen. Hoe de zwakste biggen aan hun eind komen, is al jaren onspreekbaar. Wellicht tot nu.
Doodgeslagen biggen
Van tijd tot tijd komen er video’s naar buiten die de gruwelijke werkelijkheid tonen: zwakke biggen worden op varkensbedrijven vaak doodgeslagen door ze tegen de muur of hokrand te slaan. Een afschuwelijke manier om aan het eind te komen van een zeer kort en vreugdeloos leven. Maar het gekke is: het doden van biggen via een nekslag is ‘gewoon’ wettelijk toegestaan.
De Europese wet schrijft voor dat het buiten het slachthuis doden van biggen, lammeren, geitjes, konijnen, hazen, pelsdieren en pluimvee met een gewicht tot 5 kg mag worden uitgevoerd met een ‘krachtige en nauwkeurige slag op de kop met ernstig hersenletsel tot gevolg’. Dit is dus hoe de Europese wetgeving onze dieren zogenaamd in bescherming neemt. Onacceptabel natuurlijk.
Motie ingediend
Waarschijnlijk dachten de PvdA-Kamerleden Moorlag en Kerstens er ook zo over. Vorige maand brachten zij in de Tweede Kamer een motie in, die ervoor moet zorgen dat het doodslaan van biggetjes niet meer wordt toegestaan als routinehandeling. Het is te bizar voor woorden dat dat niet voor zich spreekt, maar het is fantastisch dat deze Kamerleden zich inzetten om biggen tegen dit leed te beschermen.
De motie is inmiddels aangenomen.
Alternatieven bestaan al
Toch is het naïef om te denken dat alle zwakke jonge biggen voortaan in leven mogen blijven of liefdevol worden ingeslapen door een dierenarts. De realiteit is dat dat niet kan in de huidige economisch gedreven vleessector (en maatschappij). Een big is geen cent waard.
Als je daar moeite mee hebt, dan is dat volkomen terecht, en dan weet je ook meteen waarom je beter niet met je consumptiepatroon kunt bijdragen aan deze misstand: een individueel dier is te weinig waard om respect te verdienen. Zolang de veehouderij nog niet is veranderd, zijn er wél betere methoden beschikbaar om biggen uit hun lijden te verlossen. En die worden gelukkig ook al ingezet.
Zo bestaat er de Anoxia methode, waarbij biggen met stikstofgas worden bedwelmd en dan sterven. Een heel stukje minder dieronvriendelijk dan CO2 gas zoals in het slachthuis wordt gebruikt, of het doodslaan tegen een muurtje. Er zijn al veel bedrijven die van deze methode gebruikmaken. En hoe cru het ook klinkt: het dierenleed wordt er ietsje minder door.
Beter hoeven biggen helemaal niet dood – als wij ze niet meer houden voor onze consumptie is het hele probleem van hoge biggensterfte ook van de baan. Tot het zover is, is het goed om over de methode van sterven te spreken, want doen alsof biggetjes niet doodgaan op het boerenerf is jezelf en elkaar voorliegen en daar heeft niemand wat aan – ook het dier niet.
Als veearts werkte ik 7 jaar lang tussen de varkens in de intensieve veehouderij. Ik werd daar dagelijks geconfronteerd met misstanden en schrijnend dierenleed. Toen ik inzag dat ik als veearts te weinig kon doen voor de varkens maakte ik de overstap naar Varkens in Nood. Nu ben ik directeur van dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht en probeer ik als actievoerder het welzijn van miljoenen varkens in Nederland te verbeteren.