Sterftecijfers landbouwdieren worden openbaar

De Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) gaat jaarlijks de sterftecijfers van landbouwdieren publiceren. Dit maakte staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken bekend. Dat is positief, want eerder dreigden de cijfers omtrent biggensterfte nog in de doofpot te verdwijnen.

Campagne biggensterfte

Varkens in Nood trok recent aan de bel over de cijfers van Agrovision waaruit bleek dat zes miljoen biggen ieder jaar sterven nog voor de slacht. We startten een campagne om de biggensterfte terug te dringen. Agrovision, een particulier bedrijf, besloot daarop de cijfers voortaan niet meer openbaar te maken. Kadaverdienst Rendac nam in 2009 al dezelfde beslissing. Naar aanleiding van onze campagne, verzocht SP-Kamerlid Henk van Gerven de staatssecretaris om publicatie van de sterftecijfers door de overheid. Tegelijkertijd diende Varkens in Nood een WOB-verzoek (wet openbaarheid bestuur) in om de cijfers openbaar te maken. Van Dam heeft hier nu gehoor aan gegeven.

Hans Baaij, directeur van Varkens in Nood: “Het is goed nieuws dat de biggensterfte niet in de doofpot verdwijnt. Nu is het zaak dat Van Dam ingrijpt om de biggensterfte terug te dringen. Ook andere landen, zoals Denemarken, kampen met een hoge biggensterfte. Het is mede daarom belangrijk dat Van Dam op Europees niveau afspraken maakt.”

Doden van zieke of zwakke dieren

Varkens in Nood bracht ook beelden naar buiten waarop te zien is dat zieke of zwakke biggetjes worden doodgeslagen tegen de rand van het kraamhok. Niet altijd is één klap fataal, waardoor de biggetjes soms ernstig lijden. Staatssecretaris Van Dam zei al eerder dit niet te accepteren. Hij wil nu middels een ministeriële regeling vastleggen welke dodingsmethodes wel geschikt zijn. Om dit door te kunnen voeren, heeft Van Dam een voorstel gedaan voor een wetswijziging. Van Dam laat weten dat het euthanaseren van zieke of zwakke dieren op een verantwoorde en welzijnsvriendelijke wijze moet gebeuren. Iedere vorm van pijn, spanning of lijden moet worden bespaard.