Varkensboer Hogenkamp schrijft in het vakblad Pig Business: “De heilloze strijd naar veertig of nog meer biggen per zeug laat ik graag gestreden worden door anderen.” Hij ziet als één van de weinigen in dat steeds maar doorfokken op nóg meer biggen per zeug geen toekomst heeft. Helaas is het wel nog steeds de trend in varkensland.
Veel varkensboeren hebben niets geleerd in de afgelopen twintig jaar: steeds hogere productie, steeds meer dode dieren, hard werken en niets verdienen. In twintig jaar tijd is Nederland aan het veranderen. Van de ooit 24.000 varkensbedrijven zullen er binnenkort nog maar zo'n 1.000 hele grote over blijven. En de dieren, die worden steeds verder doorgefokt en produceren meer en meer. Afgelopen jaar is er weer 0,5 big per zeug per jaar bijgekomen en naar verwachting zet dit ieder jaar zo door. Moedervarkens spenen nu al gemiddeld 32 biggen per jaar. En dat gaat door en door tot 40-45. Totdat de baarmoeder het niet meer houdt.
Gelukkig doen niet alle varkensboeren mee aan deze domme en schadelijke ratrace. Sommigen zetten zich af tegen deze 'vooruitgang' en kiezen ervoor dat een zeug wat minder, maar gezónde biggen krijgt, die ze zelf kan grootbrengen omdat ze daar genoeg tepels voor heeft.
Helaas vinden de meeste varkensboeren de race naar de bodem prachtig: hun doel is zoveel mogelijk uit één dier te halen. Ten koste van alles. Zelfs ten koste van hun eigen toekomst.
Lees meer over hoe varkensboeren denken in de jaarafsluiting van Pig Business.