Het fokken van zeugen op een steeds grotere productie van nageslacht leidt tot lichtere biggen die een veel grotere kans hebben om te sterven. Die conclusie heeft een groep varkensdierenartsen getrokken op een congres in Dublin waar onder meer geboortegewicht werd besproken.
Genetisch gestuurde ‘vooruitgang’ zorgt er al jaren voor dat zeugen steeds meer biggen krijgen. Het grote nadeel hiervan – zeggen niet alleen dierenwelzijnsorganisaties, maar ook onderzoekers – is dat deze biggen minder zwaar zijn en er een grotere variatie is in het geboortegewicht. Bij elke big méér daalt het gemiddelde gewicht namelijk met 30 gram.
Zwak
Deze kleintjes zijn veel zwakker en hebben een grotere kans te overlijden. En als ze overleven zijn ze de varkenshouders nog steeds een doorn in het oog, omdat ze langzamer groeien en uiteindelijk minder geld opleveren.
Dierenartsen zijn het met ons eens, zo bleek in Dublin. Het wordt daarom tijd dat de fokkerij en de varkenshouders het aantal geboren biggen niet langer als maatstaf nemen. In plaats daarvan zou men zeugen moeten selecteren die zwaardere biggen krijgen en waarvan de biggen goede overlevingskansen hebben.