Jazeker, dit is toch wel een succes te noemen: de eerste cijfers van 2016 laten zien dat de biggensterfte, waar Varkens in Nood al meerdere malen actie tegen voerde, voor het eerst in jaren niet gestegen is. Sterker nog, er lijkt een héél lichte daling te zijn: in 2015 stierf 13,5% van de biggen in kraamstal. In de eerste negen maanden van 2016 was dat 13,4%.
Aanleiding
Al in 2009 vroegen wij aandacht voor de steeds stijgende biggensterfte in de Nederlandse varkenshouderij. Van de biggetjes in de kraamstal stierf namelijk in 2008 12,9%. Burgers en de politiek waren het met ons eens: dit was veel te hoog! In opdracht van toenmalig landbouwminister Verburg werd de sector aangezet tot actie. Er kwam een stuurgroep ‘Bigvitaliteit’ en er werd een plan van aanpak opgesteld om de sterfte te verminderen. Uiterlijk in 2018 moest de biggensterfte zijn teruggedrongen tot 10,5%.
Zes miljoen dode biggen in 2015
Maar, na een lichte daling in 2010 leek de druk verdwenen en begon de sterfte weer toe te nemen. In 2015 werd het recordpercentage bereikt: 13,5% sterfte. Dat zijn zes miljoen biggen die de leeftijd van vier weken niet haalden. Een miljoen méér dan in 2009! Het was overduidelijk: de stuurgroep Bigvitaliteit was in slaap gesukkeld en had gefaald. De varkenshouderij ging rustig verder met het fokken van steeds meer biggen per zeug, met als gevolg veel te veel zwakke en dode biggen. Het was duidelijk weer tijd voor actie.
Nieuw plan van aanpak
In een petitie, binnen drie weken getekend door 60.000 mensen, riepen we de politiek begin 2016 op om nu écht iets te doen tegen het massaal creperen van biggetjes. Opnieuw volgde er een golf van verontwaardiging en media-aandacht. Het onderwerp werd door de Kamerleden zeer serieus genomen. De stuurgroep werd nieuw leven ingeblazen en in de zomer van 2016 kwam een nieuw plan van aanpak. Het goede aan dit nieuwe plan: er wordt – voor het eerst – opgemerkt dat een zeug voortaan haar eigen biggen moet kunnen grootbrengen.
Voorzichtig positief
En nu zijn er dus de eerste cijfers, vol trots gepresenteerd door de varkenssector: de biggensterfte lijkt gedaald te zijn met 0,1%. Hoewel dat natuurlijk nog zeker geen overtuigende daling is, lijkt de stijging van het sterftepercentage dus wel voor het eerst in jaren gestopt. Alle aandacht voor de biggen heeft dus zeker vruchten afgeworpen. Bovendien, als er in 2016 0,1% minder zijn gestorven, hebben we het toch al gauw over 50.000 biggen!
Lange adem
De loftrompet die de varkenshouderij nu al over deze cijfers blaast, vinden we nog wat voorbarig. En bovendien een beetje ongepast, want het streefcijfer van 10,5% in 2018 is nog lang niet in zicht. Het spreekt voor zich dat wij de vorderingen ook dit jaar weer scherp in de gaten blijven houden, maar we durven toch al een beetje trots te zijn op dit succes. Veel dank dus aan iedereen die onze campagnes steunt!
Als veearts werkte ik 7 jaar lang tussen de varkens in de intensieve veehouderij. Ik werd daar dagelijks geconfronteerd met misstanden en schrijnend dierenleed. Toen ik inzag dat ik als veearts te weinig kon doen voor de varkens maakte ik de overstap naar Varkens in Nood. Nu ben ik directeur van dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht en probeer ik als actievoerder het welzijn van miljoenen varkens in Nederland te verbeteren.