Het aantal boeren dat varkens houdt volgens het Beter Leven Keurmerk met één ster (BLK1) is in 2016 sterk toegenomen. De criteria waaraan boeren moeten voldoen, zijn bovendien verscherpt.
Op zich is dat natuurlijk goed nieuws, maar we zijn er nog lang niet. Ondanks al hun beloftes hebben supermarkten namelijk nog veel regulier varkensvlees in de schappen liggen, zo blijkt weer uit onze laatste varkensvleesmonitor.
En al neemt het BLK de ergste misstanden weg, varkens die opgroeien in zo’n 1-sterrenstal hebben nog beslist geen goed leven. Een simpel touw als afleidingsmateriaal, tenminste een vierkante meter ruimte per dier: het is iets, maar niet veel.
Vanwege dat laatste aspect waren we erg benieuwd naar de nieuwe eisen die het BLK aan de boeren stelt. En dan vooral naar alle aspecten waar we ons de afgelopen jaren tegen keerden:
De kraamkooi:
Helaas. Er worden nog geen stappen gezet om de zeug uit haar krappe kraamhok te halen.
Afbranden van biggenstaartjes:
Nee, er wordt niet geëist dat boeren stoppen met couperen. Wel is er een verscherping van de regels: de bedrijfseigen dierenarts moet de veterinaire noodzaak voor het afbranden vastleggen en elk kwartaal evalueren. Dat betekent dat het onderwerp 4 keer per jaar wordt besproken en dat de dierenarts kritisch moet kijken of er echt wel een noodzaak tot couperen is. Hopelijk nemen de artsen hun taak serieus!
Slechte lucht in stallen:
Worden er eindelijk eisen gesteld aan de ammoniak- en CO2-gehaltes in de stal? Nee, dat helaas niet. Wél moeten controleurs de varkens inspecteren op neus- en oogirritaties die het gevolg zijn van een slecht klimaat en hoge ammoniakwaardes. Als deze gezondheidsklachten worden geconstateerd, moet de boer laten zien dat hij met een adviseur een verbeterplan heeft opgesteld. Let wel: varkens hebben snel last van de slechte lucht. Zichtbare oogirritatie treedt pas in een later stadium op.
Biggensterfte:
Hm, we hebben goed gezocht, maar tot onze spijt is er nog steeds geen maximale sterfte vastgelegd voor de biggen. Dat terwijl er wel maximaal toegestaan sterftepercentages zijn vastgelegd voor vleesvarkens en gespeende biggen.
Maximale toomgrootte:
Er wordt geen maximum gesteld aan het almaar groeiende aantal biggen dat een zeug krijgt. Ook is er geen maximaal aantal tepels bij de zeug vastgelegd. De fokkerij kan dus doorgaan om via genetische ingrepen de ‘productie’ te verhogen.
Nestmateriaal:
Jazeker, bij het BLK1 krijgt de zwangere zeug verplicht nestbouwmateriaal, meestal een jute zak. In gangbare stallen is dit meestal niet het geval.
Met dat laatste punt eindigen toch een beetje positief: een moedervarkens in een Beter Leven stal krijgt iets om haar nesteldrang enigszins mee te bevredigen. Ze blijven echter in hun krappe kooien staan, zonder stro en zonder mogelijkheid goed voor haar biggen te zorgen.
Conclusie: het Beter Leven Keurmerk is een heel goed initiatief, maar er zijn nog aardig wat stappen te zetten voor de varkens in een 1-sterrenstal daadwerkelijk een dierwaardig bestaan leiden.