Teleurstellend weinig varkensbedrijven laten zich uitkopen door de overheid. Meer dan 400 boeren konden uitgekocht worden. Helaas zal waarschijnlijk maar de helft echt gaan stoppen. Een tegenvaller voor de varkens, want ook het aantal dieren in de intensieve houderij blijft hoger dan verwacht.
Uitkoop varkenshouderij hard nodig
Het leek een mooi plan: Nederlandse varkenshouders laten stoppen met hun bedrijf dankzij subsidie van de overheid. Deze stoppende bedrijven mogen dan niet vervangen worden door nieuwe of uitbreidende varkensstallen. Doel van de zogenaamde sanering was het aanpakken van stankoverlast door de intensieve varkenshouderij. Hierna werd extra geld uitgetrokken om de uitstoot van stikstof te verlagen.
Wat de redenen ook waren, voor de varkens is maar één resultaat belangrijk: dankzij het uitkopen van varkensbedrijven leven minder varkens in armzalige stallen.
Varkensboeren gaan toch door
De uitkoopregeling leek een succes, met veel aanmeldingen van stoppende varkenshouders. Nu blijkt dat een groot deel van de aangemelde boeren toch afhaakt. Varkensbedrijven verdienen de laatste tijd goed geld, en strengere milieuregels laten nog op zich wachten. Dus zien de varkensboeren het toch wel zitten om nog even door te gaan. Van de 407 boeren die aan de voorwaarden van uitkoop voldoen, zal waarschijnlijk maar 50 tot 60 procent echt stoppen met hun bedrijf. Het aantal varkensboeren dat stopt, is dus gezakt naar ruim 200. Hierdoor telt Nederland straks zo’n 400.000 varkens minder. Terwijl eerst verwacht werd dat de varkensstapel met bijna een miljoen dieren zou krimpen.
Ook blijkt de uitkoopregeling vooral varkenshouders met moderne stallen aan te trekken. Voor oudere bedrijven is stoppen minder gunstig. Dat is een probleem voor de varkens, want verouderde stallen voldoen lang niet altijd aan de eisen voor dierenwelzijn die nu gelden. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat juist deze stallen blijven bestaan.
Laat dierenwelzijn een rol spelen
Het is teleurstellend dat er toch meer varkensbedrijven overblijven dan eerst werd verwacht. Maar nog erger: waarom speelt dierenwelzijn geen rol bij het uitkopen van varkensboeren? Er wordt veel gesproken over milieu, klimaat en geuroverlast, maar dierenleed wordt niet besproken.
De overheid zal ook volgend jaar nog doorgaan met het uitkopen van varkenshouders. Varkens in Nood vindt dat er dan ook naar mogelijk varkensleed moet worden gekeken. Stallen die het welzijn van de varkens in gevaar brengen, zouden in Nederland geen toekomst mogen hebben.
Als bioloog voerde ik vijf jaar lang wetenschappelijk onderzoek uit naar het gedrag en welzijn van varkens in de intensieve varkenshouderij. Dit werk bracht me oog in oog met het dierenleed dat zich op varkensbedrijven afspeelt. Varkens worden behandeld als producten en niet als de slimme, nieuwsgierige levende wezens die ze zijn. Dit wil ik veranderen. Bij Varkens in Nood zet ik me daarom in voor de miljoenen varkens in de Nederlandse vleesindustrie.