Door corona en de Afrikaanse varkenspest raken varkensstallen steeds voller. met schrijnend leed tot gevolg. Diervriendelijke oplossingen zijn er niet. De intensieve veehouderij kan het welzijn van varkens niet beschermen.
Te veel varkens in de stal
Europese varkensstallen raken steeds voller. Er worden minder varkens geslacht, omdat er door het coronavirus een tekort is aan personeel in slachthuizen. De uitbraak van de Afrikaanse varkenspest in Duitsland verergert de situatie. De vraag naar Duits varkensvlees is ernstig afgenomen uit angst voor besmetting. Hierdoor worden er nog minder varkens geslacht en is er steeds minder plek in Duitse varkensstallen. Dat zorgt ook in andere landen voor overvolle hokken.
Ophoping wordt steeds erger
In Duitsland staan er nog 600.000 varkens in de stallen die al geslacht hadden moeten worden. Dat is ook slecht nieuws voor de Nederlandse varkens, waarvan er wekelijks meer dan 25.000 naar Duitsland gaan voor de slacht. Hiervan kan inmiddels nog maar de helft terecht. Ook in Denemarken is er een ophoping van honderdduizenden varkens. Ondertussen blijven er onverminderd veel biggen geboren worden in de varkenshouderij. Biggen die snel groeien en dan óók een plek moeten krijgen in de stal.
Onrust en angst
Er is in de Europese stallen niet genoeg plek voor al deze varkens. En dat komt hun welzijn niet ten goede. Een te volle stal zorgt voor onrust en agressie tussen de varkens. Agressie die ze niet kunnen vermijden omdat er niet genoeg ruimte is om te vluchten. Angst en verwondingen zijn het gevolg.
Varkens verdienen beter
De vee-industrie heeft geen diervriendelijke oplossing voor de ophoping van varkens. Zo gaan er nu meer Nederlandse biggen naar Polen, Servië en Spanje omdat ze nergens anders terechtkunnen. Ook pleit de varkenssector ervoor meer varkens te mogen slachten, om zo de achterstand in te halen. Dat is de oplossing van de vee-industrie: na een nog langere lijdensweg worden de dieren alsnog gedood.
Het is weer pijnlijk duidelijk: bij het fabrieksmatig houden van varkens zorgt één kink in de kabel al snel voor grensoverschrijdend dierenleed.
Als bioloog voerde ik vijf jaar lang wetenschappelijk onderzoek uit naar het gedrag en welzijn van varkens in de intensieve varkenshouderij. Dit werk bracht me oog in oog met het dierenleed dat zich op varkensbedrijven afspeelt. Varkens worden behandeld als producten en niet als de slimme, nieuwsgierige levende wezens die ze zijn. Dit wil ik veranderen. Bij Varkens in Nood zet ik me daarom in voor de miljoenen varkens in de Nederlandse vleesindustrie.