Op donderdag 13 september werden er in België wilde zwijnen aangetroffen met Afrikaanse Varkenspest (AVP). Nederland houdt het hart vast. En terecht, want als AVP de grens oversteekt naar Nederland, kan dit leiden tot een enorm drama voor de dieren. Beelden van de afgrijselijke situatie ten tijde van de klassieke varkenspest in 1997 dringen zich op. Destijds zijn 11 miljoen (!) varkens op vaak wrede wijze geruimd. In 1997 was dit de aanleiding voor de oprichting van Varkens in Nood, omdat iedereen van mening was dat zoiets nooit meer moest kunnen gebeuren. Maar nu dreigt een uitbraak.
Dreiging
Toch is de dreiging van een vergelijkbaar scenario nu reëel. AVP is een virus dat zelfs nog besmettelijker is dan de klassieke varkenspest (KVP), de ziekte die ons land zo dramatisch trof in 1997. Het verspreidt zich razendsnel onder varkens en leidt tot veel sterfte (veertig tot wel honderd procent van de besmette varkens sterft). Het gaat gepaard met heftige symptomen zoals hoge koorts, (bloederige) diarree, braken, bloedingen in de huid en in de organen en blauwe oren. Soms zijn de dieren al ziek zonder dat je het aan ze ziet.
Bij uitbraak volgt ‘ruiming’
AVP is een ziekte die in Nederland en Europa niet voor mag komen volgens de wet. Treedt de ziekte toch ergens op, dan wordt er massaal ‘geruimd’. Dat is een mooi woord voor het doden en vernietigen van alle dieren. Als AVP ergens uitbreekt, dan worden alle varkens op het bedrijf en binnen een straal van één kilometer afgemaakt.
Veel te veel varkens
De nieuwe dreiging legt de kwetsbaarheid van intensieve varkenshouderij bloot en toont aan wat een groot gevaar dit oplevert voor de varkens. Nederland ‘maakt’ heel veel varkens, veel meer dan ons land aankan. De bezettingsgraad in varkensstallen is al onacceptabel hoog met duizenden varkens in te kleine ruimtes. En de stallen staan meestal veel te dicht bij elkaar. Als morgen ergens in Brabant AVP wordt geconstateerd, zijn duizenden varkens de klos op dat bedrijf en op de bedrijven daarnaast. De sterftecijfers lopen razendsnel op in de tienduizenden. Hoe respectloos is deze omgang met intelligente wezens!
Exportbelangen boven dierenwelzijn
Zoals altijd is het weer pijnlijk duidelijk dat de exportbelangen het winnen van de dierenbelangen. Willen we onze dieren beschermen in Nederland, dan moeten daar strenge maatregelen voor genomen worden, zoals het stoppen met het gesleep van vee in vrachtwagens en een rigoureuze inkrimping van de veestapel zodat dit soort risico’s beheersbaar worden. Ook zijn er ziektes waar je tegen kunt vaccineren, zodat de uitbraak ervan in een vroeg stadium stopt. Maar deze maatregelen zijn economisch niet interessant en worden dus niet genomen.
Transport moet stoppen
Topprioriteit is het stoppen met de dierentransporten! Vanuit Nederland vervoeren we jaarlijks honderdduizenden varkens naar het buitenland. Vrachtwagens vol biggen die in Nederland zijn geboren gaan op jonge leeftijd op transport naar Roemenië, Hongarije en Kroatië. Ja, dus ook naar landen waar AVP heerst. Om dáár vleesvarken te worden, in plaats van in Nederland. Dat is economisch interessant. Als de vrachtwagens uit een besmet gebied terugrijden naar Nederland kan een virus meeliften, bijvoorbeeld op de wielen, en zich hier verder verspreiden. Op dit moment wordt er alleen een extra reiniging van de vrachtwagens gedaan aan de grens, in de hoop dat het virus daarmee tegen wordt gehouden. Deze halfzachte maatregel is niet voldoende. Het virus kan nog steeds aan de buitenkant van de vrachtwagen, via de kleding van de chauffeur of via door de chauffeur meegebrachte etenswaren overgebracht worden. De echte oplossing, het stoppen van de transporten met dieren, wordt vanwege financiële belangen niet uitgevoerd.
Inkrimping
Er leven 13 miljoen varkens in de intensieve veehouderij in Nederland. Zeventig procent daarvan is niet bestemd voor de Nederlandse consument, maar gaat als exportproduct de hele wereld over. Als de regering het welzijn van deze varkens ook maar enigszins belangrijk vindt, zou ze maatregelen nemen om veel minder varkens te houden. Dan kunnen de dieren een beter leven krijgen met meer ruimte, en kunnen kleine varkensbedrijven op een veilige afstand van elkaar bestaan.
Vaccinatie
Voor sommige veeziektes, zoals KVP, bestaan er vaccins. Voor Afrikaanse varkenspest is er helaas nog geen vaccin ontwikkeld. Bovendien is er in Europa een ‘non-vaccinatiebeleid’, dat betekent dat vaccineren tegen deze ziektes verboden is. Dit is zo afgesproken vanwege handelsbelangen. Het vaccin voor KVP mag alleen maar gebruikt worden als er al een uitbraak is, met het doel om de verspreiding van het virus af te remmen. Daarna worden alsnog alle gevaccineerde dieren geruimd. Het is een walgelijk en wreed beleid. Voor AVP zou het ook mogelijk zijn om een vaccin te ontwikkelen, maar dat wordt niet gedaan. Farmaceuten steken immers geen geld in het ontwikkelen van een vaccin waarmee je in Europa toch niet mag vaccineren. Hier ligt een heel belangrijke taak voor de overheden van Europa: ontwikkel een vaccin voor deze gevaarlijke ziekte, zodat er bij een volgende uitbraak in ieder geval wel actie mogelijk is!
Als veearts werkte ik 7 jaar lang tussen de varkens in de intensieve veehouderij. Ik werd daar dagelijks geconfronteerd met misstanden en schrijnend dierenleed. Toen ik inzag dat ik als veearts te weinig kon doen voor de varkens maakte ik de overstap naar Varkens in Nood. Nu ben ik directeur van dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht en probeer ik als actievoerder het welzijn van miljoenen varkens in Nederland te verbeteren.